Hoofdstuk 10
Kyriake is een synagoge met een andere naam
SYNAGOGUE: Συναγωγή … een samenbrengen, een samenkomen.
Kyriake (kerk) betekent dus eigenlijk hetzelfde als Synagoge. Het woord synagoge is een Griekse vertaling voor beit knesset, wat huis van samenkomst betekent. In de vierde eeuw wordt de synagoge opschriften in Hammat Tiberias genoemd als “een heilige plaats”.
De synagoge ontwikkelde zich uit een behoefte aan religieuze stabiliteit. Toch vertegenwoordigde dat systeem van aanbidding niet Gods oorspronkelijke bedoeling, namelijk het primaat van de tempel in het Oude Testament, die op zichzelf een voorbode was van de ware tempel van het Nieuwe Testament. Het synagoge-systeem ontwikkelde zich eigenlijk samen met de opkomst van de Farizeeën, en werd onder hun gezag zowel gedomineerd als misbruikt.
“Na verloop van tijd maakten de Farizeeën de synagoge tot de dominante instelling in het Joodse leven, waarrond het hele leven van de gemeenschap draaide” (Story Without End, blz. 85). Volgens Solomon Grayzel (Amerikaans-joods historicus) ging de synagoge zo’n belangrijke rol spelen in het joodse leven, dat hij in feite de Tempel begon te vervangen.
Evenzo maakten de kerken rond de 1e en 2e eeuw de bewering dat hun gebouwen huizen van de Heer zijn, of heilige plaatsen en daarmee bedoelen zij, “gewijde” die de ware levende tempel vervingen.
“Zo wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus.” 1 Petrus 2:5 (geestelijk huis betekent niet een mystiek huis, maar een lichaam van mensen met de RECHTER mentaliteit).
Deze levendige stenen tempel is het gelovige volk dat UIT de kerk van Judea kwam, het ware huis van de Heer, gewijd/heilig gemaakt. Toch hebben de kerken dit vervangen op dezelfde manier als de Judeese kerk lang daarvoor deed.
Inderdaad, wanneer een van hun kerkgebouwen niet langer als kerkgebouw wordt gebruikt, kan het worden ontwijd, onheilig gemaakt, wat waarschijnlijk betekent dat God er niet langer woont. Uit Holiness Today: “…wijding betekent het aanvaarden en bevestigen van Gods roeping tot ons”. Net als in het jodendom werd in het kerkendom de levende tempel van God (zijn gelovigen binnen zijn uitverkoren ras) vervangen door de ‘kerk’. In de kerken gaat het om inclusiviteit, om het samenkomen van de menigte. Dit in schril contrast met Gods woord van exclusiviteit om UIT de menigte te komen.
“Want gij zijt een heilig volk den HEERE, uw God; en u heeft de HEERE verkoren, om Hem tot een volk des eigendoms te zijn, uit al de volken, die op den aardbodem zijn.” Deut. 14:2. En wie is de “gij”? Het volk van de WARE Israëlieten die hun identiteit verloren, maar alleen om een nieuwe te krijgen, die van de gezalfden, of christenen, omgedoopt tot Israëlieten. Dezelfde spelers, nieuwe roeping.
Volgens “My Jewish Learning” onder, “The Synagogue and the Study House” (een Joodse site) is een synagoge het huis van de Heer. Hun logica is natuurlijk een verdraaid mengsel van de Schrift met een overvloedige dosis rabbijns gewauwel, zoals blijkt uit de volgende citaten…
“De opkomende heiligheid van de synagoge wordt duidelijk uitgedrukt in de Mekhilta, een midrasj over Exodus:”
“Wanneer tien mensen samenkomen in de synagoge, is de goddelijke aanwezigheid bij hen, want er staat geschreven: ‘God staat in de gemeente van God’ (Psalmen 82:1)” (Mekhilta Bahodesh 11).
Ja, dat is volslagen onzin. De website en zijn Rabbijnen kunnen wel zeggen dat zij uit Psalmen 82 citeren, maar hun citaat is niet wat er in Psalmen 82:1 staat, wat er in werkelijkheid staat is:
“God staat in de vergadering van de goden (wat betekent rechters of wetgevers). Hij staat als rechter onder de rechters.”
2 Hij zegt: “Hoe lang zult u oneerlijk oordelen en de goddelozen bijzondere gunsten bewijzen?”
Dus, ondanks wat de Rabbijnen beweren, heeft Psalmen 82:1 niets te maken met ergens samenkomen als gelovigen en dat ‘ergens’ op de een of andere manier heilig is. Vertrouw erop dat een rabbijn dit verzint, maar dezelfde beschuldiging kan ook aan de voeten van de meeste kerkelijke priesters worden gelegd, zoals hierboven in het verslag van de kerkvaders is opgemerkt.
Bedenk dat Origenes en degenen die na hem kwamen, beweerden dat Gods verbond met Israël niet langer geldig was en dat een aantal vreemde niet-Joden, heidenen genaamd, de Joden hadden vervangen. Deze ‘kerkvaders’ begonnen de woorden Jood en Israël te gebruiken alsof ze hetzelfde waren. Lijken deze woorden op elkaar? Zou het logisch zijn om te zeggen: Gods verbond is niet langer met China en dus zijn de Eskimo’s vervangen? Je zou zeggen dat dat helemaal geen zin heeft, en je zou gelijk kunnen hebben. Daarom, als China en Eskimo niet hetzelfde betekenen, dan is het hoog tijd dat ons volk ophoudt te geloven dat Israël en Jood hetzelfde betekenen. Dat zijn ze niet. Toch vielen deze woorden ten prooi aan een vroege vorm van het Nieuwe Spreken. Zoveel bijbelse woorden zijn hieraan ten prooi gevallen, het is wat de kerken hebben gedaan om een traditie te creëren waarbij zij Gods woord kunnen vernietigen en het laten klinken alsof hun tradities Gods woord zijn. De wortels van deze Nieuwe Spraak gaan ver terug naar Origenes, de oorsprong van deze ketterij.
Origenes en zijn soortgenoten hebben geen excuus, zoals we lezen in Hebreeën 8:8 “Want hen (Israël en Juda) verwijtend, zegt hij: Zie, de dagen komen, spreekt de Here, dat Ik een nieuw verbond zal maken met het huis van Israël en met het huis van Juda;”. Dezelfde spelers, nieuwe roeping.
Wanneer vond dat nieuwe verbond plaats? In het jaar 33 na Christus! Het bijbelse verslag ondersteunt dit in Handelingen 1:5:8:
5 Want Johannes doopte wel met water, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.
6 Zij dan, die samengekomen waren, vraagden Hem, zeggende: Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israël het Koninkrijk wederoprichten?
7 En Hij zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft;
8 Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judéa en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde.
Jezus was opgewekt uit de dood en onderwees vervolgens 40 dagen lang zaken van het koninkrijk, in ongeveer 7 dagen daarna was het Wekenfeest en Pinksteren in 33 na Chr.
Dus wat vroegen de apostelen aan Jezus niet lang voor dat Pinksterfeest in 33 na Christus? …”wanneer wordt het koninkrijk hersteld in ISRAEL”. Ze vroegen niet, “wanneer neemt U de zegeningen weg van de Joden en geeft ze aan de Christelijke kerken”.
En wanneer zou het nieuwe klooster plaatsvinden en voor wie?
Hebreeën vertelt ons dat het voor alle Israëlieten was, en Handelingen vertelt ons wanneer, in 33 na Christus. Verder vertelt Handelingen ons dat Jezus niet zei: “U heeft het mis als u vraagt of het Koninkrijk aan Israël zal worden teruggegeven”. Jezus sprak er niet over, maar zei dat het over enkele dagen zou gebeuren. Daarom waren de 120 Israëlieten van het land Judea in de bovenzaal van een huis (geen kerk) waar zij werden gedoopt (ondergedompeld) met de heilige geest.
Even een opmerking, naar de uiterste delen van de aarde betekende niet en betekent nooit in de bijbel, de planeet. Het betekent de volkeren van Adamieten. Wat betreft “ondergedompeld in de heilige geest”, dit wordt verderop in detail behandeld.
De timing en voor wie ALLEEN Israëlieten zijn (ik heb niet gezegd Joden) wordt ook ondersteund door Paulus in Romeinen 9 die in vers 3 begint:
“Want ik zou willen dat ik van Christus vervloekt werd voor mijn broeders, mijn bloedverwanten naar het vlees; die Israëlieten zijn, aan wie de aanneming, en de heerlijkheid, en de verbonden, en het geven van de wet, en de dienst van God, en de beloften toebehoren;”.
Heeft Jezus de Joden vervangen door een kerk? Wie heeft er gelijk, Origenes en allen die hem en zijn geestverwanten, zoals de priesters vandaag de dag, gelijk geven? Het Bijbelse antwoord is, zeer onwaarschijnlijk! Dezelfde spelers, nieuwe roeping.
Men kan aanvoeren dat de zegeningen op die van de Joden religie waren. Maar dat beweert de bijbel niet, inderdaad, keek God vriendelijk naar de Farizeeërs? Als Jood betekent dat hij van de Joodse godsdienst is, dan betekent dat iedereen, van welk ras ook, die deelnam aan die kerkelijke organisatie van Judea. We hebben inderdaad drie betekenissen die zo slecht vertaald zijn in dat ene woord “Jood” in al onze huidige bijbels, inclusief de KJV.
Betekenis 1: Van de stam van Juda, een Judahiet.
Betekenis 2: Van de nationale geografische staat Judea, een Judeeër.
Betekenis 3: Een lid van de nationale religie of kerk van de Judeese staat, een Jood, of van de Joodse religie.
De kerken bemoeiden zich als vroege meesters van het Nieuwe Spreken al met betekenissen rechtstreeks vanaf de woorden “Ga”.
Jezus maakte duidelijk dat de kerkelijke organisatie van die tijd, die van de Staat-religie-van-Judea, het Koninkrijk van God had gestolen (een koninkrijk van God is een land met God en zijn wet als de wet van zijn volk en heerschappij)…en er hun eigen koninkrijk van maakten door Gods wetten te verdringen met hun eigen wetten en allen binnen die heerschappij daaraan te onderwerpen. Jezus maakte ook duidelijk dat hij het zou afnemen van de staatskerk van Judea en het zou teruggeven aan de rechtmatige erfgenamen van wie het was afgenomen, de Israëlieten. Het was in eerste instantie een Israëliet en daar was het voor bedoeld.
In die zin nam Jezus het koninkrijk af van de Jodenreligie, dat wil zeggen de autoriteiten van het officiële kerksysteem van Judea. Hij gaf het nooit aan de christelijke kerken. Hij gaf het aan de christelijke broeders, terug aan de Israëlieten die in hem geloofden. Dezelfde spelers, nieuwe roeping!
Hij was dus bezig verloren Israëlieten te verlossen, hen terug te winnen en zich te ontdoen van de overheersers, de dieven, die beweerden dat hun kerk het recht had om te heersen over allen die in die kerk waren en over alle heerschappij die zij bestreek en hoopte te nemen.
Jezus verloste eerst de Israëlieten binnen die kerk, waarvan de meesten Israëlitische Judeeërs waren. De vreemdelingen, meestal Edomieten van Esau, binnen die kerk werden niet verlost omdat zij nooit de Zijnen waren om te verlossen.
Romeinen 9:13 “Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat.”
Dus de Edomieten daarin waren niet verlost voor Jezus, omdat zij nooit de zijne waren. Zijn Vader haatte hen, en zij haatten Jezus en doen dat nog steeds. Diezelfde stam begon in hun haat tegen Jezus de zogenaamde Hebreeuwse Bijbel te creëren, de Masoretische tekst, vanaf 150/160 na Christus, in een poging om alle voorspellingen over Jezus in het Oude Testament te verdraaien.
Het was deze ellendige versie waar Hiëronymus de voorkeur aan gaf!
Dus waarom begrepen Origenes en zoveel ‘kerkvaders’ na hem, op een paar na, niet wat Jezus had gedaan? Waarom begrepen Origenes en zijn geestverwanten niet dat de staatsgodsdienst van Judea het koninkrijk van de Israëlieten had gestolen en dat Jezus het had afgenomen wat die kerk had afgenomen en het aan de Israëlieten had teruggegeven op Pesach 33 na Christus?
Zoals we in Handelingen hebben gelezen, vroegen de apostelen in 33 na Christus aan Jezus: “wanneer herstelt U het koninkrijk aan Israël?”. Dit impliceert: het koninkrijk bestond, dat het werd verwoest en gestolen, en dat het zal worden hersteld, en alleen aan een bepaald volk; namelijk de Israëlieten. Jezus antwoordde: “…niet vele dagen later”.
Bovendien maakte Jezus dit zeer duidelijk in zijn gelijkenis-verhaal van de goddeloze boeren in Mattheus 21. Hoewel niet duidelijk genoeg voor de zogenaamde christelijke kerken die de betekenis ervan helemaal niet schijnen te snappen. Het moet echter duidelijk zijn dat het niet om onwetendheid gaat, maar dat boze mannen een leegte zagen die achterbleef nadat de Judeese kerkdiensten met haar rituelen in 70 na Christus werden vernietigd. Schapen die niet langer in de greep van dat gebroken systeem waren, tenminste, ze konden niet meer worden weggenomen uit de Ecclesia.
Origenes en zijn soortgenoten hadden tenminste Mattheüs 11:12 kunnen begrijpen: “En van de dagen van Johannes de Doper af tot heden heeft het Koninkrijk der hemelen geweld ondergaan, en de gewelddadigen nemen het met geweld.” Dus met dat vers kan ik stellen, dat het niet onwetendheid was, maar bedrog.
“Er was eens een landeigenaar die een wijngaard plantte en deze omringde met een muur, en er een wijnpers in groef en er een toren bouwde, deze verhuurde aan de boeren en op reis ging, stuurde zijn onderdanen naar de boeren om hun vruchten te verzamelen.” 35 Maar de boeren pakten de knechten, sloegen er een, doodden een ander en stenigden een ander. 36 Weer stuurde hij een andere groep onderdanen, groter dan de oorspronkelijke; en zij deden hun hetzelfde aan. 37 Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe en zei: “Ze zullen mijn zoon respecteren.” 38 Maar toen de arbeiders de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: “Dit is de opvolger; kom, laten we hem doden en we zullen zijn erfenis nemen.”
De kerken schijnen te begrijpen dat God de wijngaard heeft geplant, maar schijnen niet te begrijpen dat dit het Koninkrijk is, in plaats daarvan zeggen zij dat het Israël is. Dit lijkt misschien moeilijk te begrijpen, maar het Koninkrijk en Israël zijn niet hetzelfde. Het Koninkrijk is een land voor Israëlieten onder Gods wet. Zij begrijpen dat de pachters de priesters zijn en degenen die hen volgen. En dat deze priesters en ‘kerkleden’ de profeten stenigden. En ten slotte de zoon van de eigenaar, Jezus, vermoordden. De kerken verdraaien dit om te zeggen dat het “direct van toepassing was op ons heidenen”. Ik zeg verdraaien omdat zij het woord heiden gebruiken om alle rassen aan te duiden. Maar dat is niet wat heiden betekent. De Bijbelse context en het thema is altijd, verloren Israëlieten die de kennis van God en zijn Wet hadden verloren.
En Eusebius dan? Het lijkt erop dat hij net als Origenes niet slimmer was, of even bedrogen, of hij was listig.
Eusebius (ca 275-339 AD) beweerde, ondanks zijn kennis van de kerkgeschiedenis waarover hij veel schreef, dat de Kerk het “ware Israël” was. Dit was de wortel van de verbondstheologie die veel later werd overgenomen door mensen als Calvijn. In Eusebius’ tijd was er een grote mate van vrede voor de christenen na het Edict van Milaan. Christenen die voordien het zwaarst te lijden hadden gehad onder het heidense Rome, konden sinds 313 niet alleen openlijk leven, maar christen zijn werd ook een kwalificatie om een ambt te bekleden. Heidens Rome werd een christelijk rijk en het machtigste op aarde. Dit was enorm. Een aardbeving als geen ander. Het Beestenrijk werd bekeerd. Het was een van de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis. Er was één probleem, tegen die tijd had het toenmalige Christelijke rijk zijn eigen theologie en leer gemaakt. Gods wet was gekruisigd, ze hadden een andere Jezus. Alleen een Overblijfsel kon het zien, zij zaten niet in de hoge plaatsen van de mens. Het Overblijfsel gaf geen vorm aan de wetten. In plaats van Gods wet te geven, gaf dit “christelijke rijk” witgewassen heidendom. Heidenen uit die tijd schreven over deze schijnvertoning. Er stak een storm op tegen deze schijnvertoning, Jezus zat niet stil, want De Vader (nee niet de paus) had al zijn (Gods) middelen overgedragen aan zijn Zoon om misdaden tegen zijn koninkrijk te oordelen.
Johannes 5:22 “Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel den Zoon gegeven;”
Het Romeinse Rijk zag zichzelf vanaf 313 na Christus, zoals geschreven door Eusebius, als “de Stad van God”.
Eusebius leefde na Origenes en leefde vlak voor de geboorte van die katholieke priester, ‘Hiëronymus’, die rond 342-347 na Christus werd geboren. Tegen die tijd gingen de kerken al het pad op van een verenigde kerk die de heersende macht achter de staat werd en uitgroeide tot de staat. Dit gebeurde allemaal in het “derde kerkentijdperk” dat in 313 n. Chr. begint. In dit tijdperk hadden de kerken de piramidestructuur van de Nicolaieten en de leer van Balaam overgenomen. Eusebius zou hier niet immuun voor zijn geweest. De leer van Balaam was dat Israëlieten samen konden gaan met niet-Israëlieten. Dit werd het belangrijkste hart-idool van de kerk, die leerde dat alle rassen christenen konden zijn als “Geestelijke Israëlieten”, zolang ze maar allemaal binnen “de kerk” bleven. Iedereen kon tot de “geroepenen” behoren: de Kyriake of de kerk.
De Kerk heeft het heidense Romeinse idee van burgerschap witgewassen. Niet-Romeinen konden Romeinen zijn onder allerlei voorwaarden, variërend in welk tijdperk men leefde. De Romeinse wet stond Spirituele Romeinen toe. De staat besliste wie er wel of niet bij hoorde. Toen het heidense Rome het christelijke Rome werd, nam het niet de wet van God aan, maar de witgewassen Romeinse wet. Staatsburgerschap is een “geestelijke” verandering, een soort raciale transsubstantiatie. Zo kregen we Geestelijke Israëlieten. Ingeroepen worden was een kwestie van staatsgroei en voortbestaan van de staat, waarvan de wet de Vleeswet is, besproken en gecollectiviseerd door zijn “geroepenen” of ingewijden. Dat wordt gesymboliseerd als een Draak. Inderdaad, het symbool van het heidense Rome voordat het gekerstend werd, was een Draak. Openbaring verwijst naar dit symbool.
Wat wij uit deze voorbeelden opmaken, is dat er een valse traditie werd gecreëerd door zowel de Rabbijnen van Judea als later de kerkelijke priesters, die het woord van God in het hele christendom verdoezelden en die begonnen met de vervolging van degenen die Anti-pas waren (tegen de “papas”). Met zulke beweringen als gedaan door Origenes en Eusebius en andere zulke mannen, wat moest deze God-verlatende “vaders” er dan van weerhouden om circussen te beginnen, Kyriakes, waarbij de gebouwen (en bij uitbreiding de organisaties van deze gebouwen) als heilig worden beschouwd? Wat moest hen ervan weerhouden om de Tempel van de levende Israëlieten te vervangen door de hoeksteen die zonder handen was gemaakt? Niets stond hen in de weg om dat te doen. Het patroon van de Farizeeën werd eenvoudigweg gekopieerd en uitgevoerd binnen de Kyriake, kerken.
Er werd een vlekkeloze organisatiestructuur vol met de wetten van het vlees geboren, gebaseerd op de leugen dat op de een of andere manier Gods zegeningen werden gegeven aan haar, haar priesters, haar volgelingen en haar gebouwen zelf. Een nep Huis van God. Een Kyriake. Een synagoge met een andere naam.
Het ware Huis van de Heer was in plaats daarvan: gelovige Israëlieten als een volk, een volk, een ras zoals geleerd in Hebreeën 8:8 en Ecclesia, Uitgeroepenen en niet Ingeroepenen, geen Kyriake. Toen gelovigen de ware Jezus volgden werden zij geheiligd als het Huis van de Heer als de Ecclesia, de Zonen van de Levende God. Het is een volk van gelovigen en niet een gebouw of organisatie, een Kyriake. Zeker niet een organisatie die vanaf het begin de wet van God verwierp onder het zwakke voorwendsel dat de wetten van God voor de staatsgodsdienst van Judea waren en dus prima “aan het kruis genageld” konden worden en dit vervolgens ondersteunde met een verachtelijke leer dat Jezus “ons van Gods wet heeft verlost” en dat hij het einde van de wet is.
Het HUIS van de Heer is de familie of Clan of Stam/s (ethnos:- verloren Israëlitische volken) van de Heer, het heeft niets te maken met identificatie met een kerkgroep, of een staatskerk. Geen enkel gebouw of organisatie die daarmee verbonden is, is heilig of gewijd in Gods ogen. Het betekent dus ook dat het deel uitmaken van zo’n organisatie iemand tot een lichaamslid van Christus maakt. Men is of men is geen lid van het lichaam van Christus, ongeacht het bestaan van een kerk. Om één van dat lichaam van Christus te zijn, moet men beschouwd worden als de Ecclesia, de uitgeroepenen van een Kyriake. Een Kyriake is de kiem van een staat: een regering of politiek georganiseerde samenleving met een bepaald karakter. Wie de Wet van God verwerpt, kan niet tot de Ecclesia behoren, noch een Zoon van God zijn. Een zoon doet als zijn vader om als zoon beschouwd te worden.
Opmerking: Johannes Calvijn volgde ook de weg van de Nicolaieten en richtte in Genève een Kyriake op, het protestantse Rome. Wie niet naar zijn kerk ging of niet in zijn Kyriake “geroepen” wilde worden, kwam op de brandstapel, 58 in totaal en 76 werden verbannen. De leiders van deze Ingeroepen organisaties, de Kyriake, vervolgden altijd de “Antipas”, deze die tegen de valse paters zijn.
Toch is dat niet allemaal slecht nieuws voor degenen die in de kerken zitten.
Zij die geroepen zijn tot de kerken hebben een bijzondere roeping, ondanks hun leiders. Want in het ware huis van God zijn er vele woningen. Niet alleen voor alle stammen, maar ook voor de stammen binnen twee roepingen van de Heer. Die twee roepingen hebben twee hoofdonderdelen, of beter gezegd, twee lichamen, de scepter- en de heersersroepingen van die Israëlitische volksgroepen of lichamen.
Het gaat om deze twee verschillende roepingen: 1. de Ecclesia of het Overblijfsel met haar roeping… en 2. de Kerken of de Rest, die een andere roeping heeft.
Roeping 1: het ‘Scepterlichaam’ dat regeert ALS Christus; de eerstelingen, de ‘overwinnaars’, het Overblijfsel.
Roeping 2: het ‘heerserslichaam’ dat regeert DOOR Christus; de tweede vruchten, ‘overwinnaars’, die nog moeten weten hoe ze de wet moeten liefhebben zoals de eerste vruchten dat al doen, genoemd: De Rest.
Symbolisch is de ene een man, de andere een vrouw. De een verwekt, de ander baart.
Zij die geloven en in kerken zitten zijn NIET het lichaam van Christus, maar zij zijn leden van de aanstaande bruid, een lichaam dat momenteel denkt dat ‘zij’ vrij is van het geregeerd worden onder Gods wet. Dat zal veranderen zodra zij beseft dat haar minnaars valse afgoden zijn met valse beloften en valse wetten, zoals we zullen zien naarmate deze studie vordert.
Dit alles wordt prachtig als we te zien krijgen hoe de aanstaande bruid wettig kan trouwen.
Voor nu is het verschil:
Het overblijfsel wordt levend gemaakt door Gods wetten die voor altijd in hun harten geschreven zijn.
De Rest wordt levend gemaakt door de Wetten VAN hun Harten… ‘voor-nu’ maar niet voor altijd, Openbaring 21 heeft een prachtige belofte, details in latere hoofdstukken.