Hoofdstuk 21
Wat dan. Is Gods woord (belofte) niet uitgekomen in de tijd van Christus? En wie kreeg een ministerie van Stront?
God behaagde (beloofde) dat het huis van Israël en het huis van Juda samen zullen komen onder één Koning en gered zullen worden ten tijde van Christus als onderdeel van het Nieuwe Verbond.
Toch lijkt het zo weinig en zijn er zo weinig gered als we kijken naar 2000 jaar of zo vol met vele oorlogen en zoveel culturele schoonheid die kapot is gemaakt, een tijdsspanne waarin rivieren gevuld waren met de stank van het bloed van zovelen die erin gevallen of geworpen waren. Dus wat ging er mis met verlossing? Betekent het niet gered? Was ons niet verteld dat we gered zouden worden van onze vijanden? Zijn we verkeerd onderwezen?
“Namelijk een verlossing van onze vijanden, en van de hand al dergenen, die ons haten; Opdat Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig ware aan Zijn heilig verbond; En aan den eed, dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen heeft, om ons te geven. Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze. In heiligheid en gerechtigheid voor Hem, al de dagen onzes levens. En gij, kindeken, zult een profeet des Allerhoogsten genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden; Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden, Door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte; Om te verschijnen dengenen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods; om onze voeten te richten op den weg des vredes. En het kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest, en was in de woestijnen, tot den dag zijner vertoning aan Israël.” Lucas 1:71-80
Maar noch God noch Jezus zijn leugenaars. Om de waarheid te zien, moet men beginnen met een zeer fundamentele regel. Redding komt van Jezus en helemaal niet van een kerk. Als onze redder via de kerk komt dan zijn er duidelijk miljoenen niet gered van degenen die hen haten.
Prima, maar waarom zien we zo weinig bewijs van Gods Wet die op de harten van de mensen geschreven staat? Immers, de wetten geschreven op de harten van de mensen zoals beloofd lijken geen enkel effect te hebben gehad. Om dit raadsel te beantwoorden zijn er onnoemelijk veel theorieën over deze kwestie, zonder dat er één een solide antwoord geeft. Toch is dit wat we lezen in het NT:
“Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden;”. Hebreeën 10:16
Zij die weten wie de Israëlieten werkelijk zijn, hebben gezien dat beide huizen van Israël in de geschiedenis steeds weer verdeeld zijn en met elkaar oorlog voeren. Wat voor velen onbegrijpelijk is, die weten wie de ware Israëlieten zijn, is dat, hoewel de belofte zo lang geleden is gedaan en hoewel zij beweren Jezus als hun koning te hebben, er geen eenheid onder Jezus is, zoals blijkt uit deze eindeloze oorlogen. Als Gods wetten op hun harten geschreven waren, zouden er toch geen oorlogen tussen verwanten zijn? Geloof of vrede zou onze christelijke geschiedenis moeten zijn.
Maar in elk land waar christendom was, was er oorlog. Direct na de opstanding van Jezus waren er de vervolgingen van de Christenen door de Joden, later door de Romeinen, daarna vervolgingen door de kerken. Dan waren er revoluties, dan Arabische invasies. Toen Napoleon. Toen sloot het Christendom een verbond, de Heilige Alliantie van 1815, waardoor het nooit meer oorlog met zichzelf zou voeren. Maar bijna 100 jaar later vocht het Christendom een oorlog om alle oorlogen met zichzelf te beëindigen. Het resultaat was het einde van het christendom zelf en de opkomst van de ‘ismen van Esau die het na de Eerste Wereldoorlog overnamen. Het begin van het 20e jaar was ook de overname van Rusland door de Edomieten, gevolgd door WO2, en vervolgens de oorlog tegen baby’s (abortus, gezinsplanning en de pil). Het 20e jaar was de bloedigste van alle eeuwen. De massa van het Christendom was inderdaad gezuurd.
Waarom zien we dan niet dat Gods belofte in daden wordt omgezet?
Het eenvoudige antwoord is: degenen die beweerden de rentmeesters van Gods plan te zijn, hadden een andere Jezus. Daardoor waren de wetten van God niet levend gemaakt in hun harten en zeker niet in hun gedachten. Zij hadden geen geheiligde wet, geen geheiligd (gezalfd) denken, dus geen heilige geest. Hun goden (de kerk en haar priesters en politici) waren degenen die zij aanriepen voor theologie en bij gevolg verlossing. Sterker nog, God beschouwde hun wetgevers als hun redders: “Gaat henen, roept tot de goden, die gij verkoren hebt; laten die u verlossen, ter tijd uwer benauwdheid.” Richteren 10:14
“Maar waar zijn uw goden (wetgevers), die gij u gemaakt (gekozen) hebt? Laten zij u redden in de tijd van uw benauwdheid…” Jeremia 2:28
De Kerk-Jezus wordt door de gelovigen gezien als een machtige en toch hulpeloze weldoener die zegent wat de priester zegt dat hij moet zegenen. Als de gelovigen bidden, bidden ze tot deze Jezus. Heel het christendom had die andere Jezus met een God die niet beter is dan een geest in een fles, waarop een beroep kan worden gedaan om de wensen van de mens te zegenen. De gelovigen in Duitsland baden tot hun Jezus en de Britten tot de hunne. Toch lagen de loopgraven in de Eerste Wereldoorlog aan beide zijden van de oorlog vol met hun verwrongen en rottende lichamen en hadden beide zijden biddende kerkelijke priesters. Zij leefden door het zwaard van hun makelij en stierven door het zwaard (wet) van hun keuze.
1 Samuël 8:5-8 “Toen verzamelden al de oudsten van Israël (de hooggeplaatsten: de priesters, die van de Proto-Kamer van Koophandel, en de Proto-Vrijmetselaars en dergelijke) zich en kwamen tot Samuël in Rama, en zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden, en uw zonen wandelen niet in uw wegen; maak ons nu een koning om ons te richten zoals alle volken (Laten we een heidens volk hebben). Maar het ontstemde Samuel, toen zij zeiden: Geef ons een koning om ons te oordelen. En Samuel bad tot de HEERE. En de HEERE zeide tot Samuël: Hoor naar de stem des volks in alles wat zij tot u zeggen; want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat Ik niet over hen zou heersen (een vroegere versie bij het doodspijkeren van Gods wet). Naar al de werken, die zij gedaan hebben sedert de dag, waarop ik hen uit Egypte heb doen opstaan, tot op heden, waarmede zij Mij hebben verlaten en andere goden hebben gediend (andere wetgevers, proto-parlementen hebben gediend), zo doen zij ook aan u”.
Nou, succes mensen, verwacht geen gunsten van degene die je in het vuil heeft geschopt. Ik hoop dat de lezer ziet, dat er iets mis is met de kerkelijke redenering.
1 Samuël 8:5-8 “Toen verzamelden al de oudsten van Israël (de hooggeplaatsten: de priesters, die van de Proto-Kamer van Koophandel, en de Proto-Vrijmetselaars en dergelijke) zich en kwamen tot Samuël in Rama, en zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden, en uw zonen wandelen niet in uw wegen; maak ons nu een koning om ons te richten zoals alle volken (Laten we een heidens volk hebben). Maar het ontstemde Samuel, toen zij zeiden: Geef ons een koning om ons te oordelen. En Samuel bad tot de HEERE. En de HEERE zeide tot Samuël: Hoor naar de stem des volks in alles wat zij tot u zeggen; want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat Ik niet over hen zou heersen (een vroegere versie bij het doodspijkeren van Gods wet). Naar al de werken, die zij gedaan hebben sedert de dag, waarop ik hen uit Egypte heb doen opstaan, tot op heden, waarmede zij Mij hebben verlaten en andere goden hebben gediend (andere wetgevers, proto-parlementen hebben gediend), zo doen zij ook aan u”.
Nou, succes mensen, verwacht geen gunsten van degene die je in het vuil heeft geschopt. Ik hoop dat de lezer ziet, dat er iets mis is met de kerkelijke redenering.
Maar Gods belofte is wel degelijk gebeurd
Met de blindheid van ‘de rest’ zijn zij niet in staat te zien dat Gods belofte wel degelijk plaatsvond en nog steeds plaatsvindt. Sterker nog, het is helemaal niet mislukt!
Vergeet niet dat er dit ‘mysterie’ is. De Rest was niet in staat om te zien hoe dit werkt. Zij hielden van de leugen en waren het niet waard om de waarheid te zien. Parels worden niet voor varkens gegooid. God zal dat niet doen. Een zwijn is een onreine Israëliet, hij is onrein omdat zijn wet een vuile vod is. Het antwoord ligt in een paar bijbelse details die slechts weinigen met enig begrip zijn verteld of gelezen. Deze details vormen een clausule: ‘Het ware licht was niet allesomvattend’.
Dat woord (belofte) was ALLEEN voor het Overblijfsel, ‘het Lichaam van Christus’. Niet voor de rest.
1 Korintiërs 1:2-3 “Aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, den geheiligden in Christus Jezus, den geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats, beide hun en onzen Heere; Genade zij u en vrede van God onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.”
Natuurlijk staat er in het vertaalde vers “kerk”. In de Griekse tekst staat επικαλουμενοις met als kernwoord καλεω (kaleo), kaleo van de Proto-Indo-Europese wortel gal-, roepen of schreeuwen, waarvan wij ons Engelse werkwoord “to call” krijgen. Samen met het voorzetsel εκ (ek), dat uit betekent: het werkwoord εκκκαλεω (ekkaleo), dat uitroepen betekent, dat wil zeggen: oproepen, De gemeenschap of vergadering. Het betekent dus NIET Kerk. Kerk zoals we hebben bestudeerd betekent, Ingeroepen. Als het ging om de Ingeroepene zou het zijn met het voorzetsel εις (eis) dat in, naar of toe betekent: het werkwoord εισκαλεω (eiskaleo), dat in [een huis, meestal, d.w.z. kerk] roepen betekent. Dit woord wordt slechts eenmaal in het Nieuwe Testament gebruikt, namelijk in Handelingen 10:23.
Dus:
“Aan de vergadering van God die te Korinthe is, aan hen die geheiligd zijn in Christus Jezus, geroepen om heiligen te zijn, met allen die overal de naam van Jezus Christus, onze Heer, aanroepen, zowel hun als onze naam: Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.”
Wie worden als heilig beschouwd? De Uitgeroepenen. Wat betekent heilig of heilige? Uitgeroepen! Dus ze zijn uitgeroepen om de uitgeroepenen te zijn. En wat betekent geheiligd? Heilig verklaard worden in Christus, de zalving. Voor wie is dan genade en vrede? Aan hen van de Uitgeroepenen. Het betekent ook dat genade en vrede niet wordt gegeven aan de rest. En zoals we hebben gezien, wordt aan hen de wervelwind gegeven. Hebben we de afgelopen 2000 jaar gezien dat het Christendom in vrede leeft, of zijn ze in de wervelwind geweest?
Ik hoop dat u nu ziet waarom het zo belangrijk is het verschil te kennen tussen het Lichaam van Christus en de Bruid van Christus en wie de ware Israëlieten zijn. Zij die deze dingen verkeerd identificeren, identificeren zich ook niet met Gods Wet, dus geeft God hen een bediening van mest.
Een verkeerde identificatie van de Israëlieten betekent dat de gelovigen geen hoop hebben om te begrijpen wie het klaarstaande lichaam van Christus is, en ook niet wie de echte aanstaande bruid is, en daarom nooit profetie of Openbaring kunnen begrijpen, laat staan verdrukking. Alles wat hen rest is een “bediening van mest”. Met zoveel dingen die niet kloppen, is er niet veel voor nodig om verkeerd aan te geven wie het Lichaam van Christus is, waardoor die bediening van stront steeds onzuiverder wordt. In Ezechiël lezen we over deze bediening van mest.
“En de HEERE zeide: Alzo zullen de kinderen Israëls hun brood onrein eten onder de heidenen, waarhenen Ik hen verdrijven zal. Toen zeide ik: Ach, Heere, HEERE, zie, mijn ziel is niet verontreinigd geweest; want ik heb, van mijn jeugd af tot nu toe, geen dood aas, noch dat verscheurd is, gegeten, en geen verfoeilijk vlees is in mijn mond gekomen. En Hij zeide tot mij: Zie, Ik heb u rundermest gegeven voor mensendrek, zo zult gij uw brood daarmede bereiden.” Ezechiël 4:13-15.
Zo ziet God de leer van de mens als onrein, als brood vermengd met mest. “Geef ons heden ons dagelijks brood” verwijst niet alleen naar brood of voedsel voor de maag, maar ook voor de geest: voedsel voor de gedachte, of het Brood des Levens. Toch leefde het volk als zwijnen, onrein, omdat hun Brood des Levens (voedsel voor de geest) van beneden kwam en onrein was. Dit sluit aan bij het zuurdesem van de Farizeeën. Dat zuurdesem, het Jodendom, is mest in Gods ogen, daarom werd Jezus geroepen om Israëlieten UIT die staatsgodsdienst te halen om hen daarvan te verlossen. Toch raadpleegden de kerken de leraren van de mest, de mestdeskundigen, de Rabbijnen. Na van hen geleerd te hebben, hebben de kerken een bediening van mest. De beloften van de wetten op de harten en in de geesten kunnen hen, de kerken en de gelovigen, niet gegund worden. Ze zijn onrein, ze moeten gewassen worden, een onderdompeling is niet voldoende. Zij moeten ondergedompeld worden in Gods woord, de wet, voordat zij het recht hebben hun reinheid aan de wereld te tonen door te dopen. De belofte of het Behagen is voor hen die het “reine” en “dompelvrije” Woord liefhebben.
Hier is dan de belofte beloond en vervuld:
God heeft zijn plannen voor de groei van het koninkrijk op drie groeiniveaus laten zien, dit geldt ook op persoonlijk niveau voor zijn volk. Gods plannen staan geschreven in zijn woord en worden uitgelegd in de drie hoofdfeesten van het jaar. Elk feest is een les die driemaal per jaar wordt gegeven om een nieuw groeiniveau van het koninkrijk te vertegenwoordigen. Het koninkrijk is een collectief lichaam. Deze feesten dienen als lessen die worden uitgevoerd in de vorm van het vieren van de drie belangrijkste oogsten in een jaar: in het voorjaar (Pesach/Ongezuurd brood), in de vroege zomer (Wekenfeest/Penteren) en in het najaar (Loofhuttenfeest/Tabernakels). Deze 3 feesten vertegenwoordigen drie samenkomsten van Israëlieten op collectief maar ook op persoonlijk niveau.
Zoals de feesten het collectieve lichaam vertegenwoordigen, vertegenwoordigen zij ook een persoonlijke groei van één lichaam.
Er zijn de eerste vruchten, dan de tweede en de derde vrucht. Het selecteren of kiezen toegepast op individuen gebeurt door middel van drie soorten behandeling. Deze behandeling geldt ook nationaal. Deze is nodig om het vlees te laten verwijderen, of de besnijdenis van het hart te laten uitvoeren, zodat het zaad in het hart het licht van Gods woord krijgt. De ene methode is de waarheid als de wind te winnen, de andere methode is de Israëliet te dorsen/vertrappen en de andere methode is de Israëliet te vermorzelen.
Gerst wordt geoogst in de lente. Tarwe wordt geoogst in de zomer. Druiven worden geoogst in de herfst.
1. Gerst wordt gewonnen, tarwe wordt gedorst en druiven worden geplet.
2. De gemaaide zijn het overblijfsel, de eerste vruchten.
3. De gedorsten zijn de gekeerden, de tweede vrucht.
4. De geplette zijn de laatsten die geoogst worden, die van de “-ismen”.
Deze feesten (opvoeringen van oogstspelen) stonden ook voor Gods koninkrijk, dat drie groeiniveaus kent. Deze details zullen in volgende hoofdstukken duidelijk worden gemaakt.
Tot nu toe is ALLEEN het Lichaam van Christus (het Bruidegomgezelschap, het Overblijfsel) en niet het Bruidgezelschap/de Rest, met besneden harten. Alleen het Overblijfsel houdt vast aan het zaad van de wetten van God dat dagelijks in hun harten en gedachten groeit. Zij zijn verjaagd door de Levensadem, die als een windvlaag het kaf rond het zaad wegblaast. Zij zijn de eerste oogst, gerst. Zij zijn het gerstgezelschap dat de belofte al heeft verworven. Het Woord van God is die Wind, die Levensadem, die de voorhuid van de harten heeft weggesneden.
Deze eerste vruchten zijn aan Jezus gegeven om zijn lichaam te zijn. Hij is hun hoofd. Zij zijn zijn lichaam. De wet van de Vader is de wet van Jezus, en is dus ook de wet van het lichaam.
Met dat in gedachten, hoe kan er dan in hemelsnaam redding worden gevonden in de kerken? “Extra Ecclasiam Nulla Salus” is gewoon de zoveelste Lege kerk claim van en een religieus apparaat verstoken van Gods Wet. Het is volgestopt met leerstellingen vermengd met mest. De belofte voor de Rest staat in de wacht totdat de zuurdesem, de mest van de Rabbijnen is uitgebrand.
Het is niet zo dat de mensen in deze kerken of “-ismen” mest zijn, maar de leer van de mest heeft hun wegen onrein gemaakt en zij identificeren zich met hun eigen wetten en wetgevers. Zij moeten dit verwijderen, hetzij door dorsen, hetzij door verbrijzeling, zoals in de feesten wordt voorgesteld.
Er zijn net als de feesten drie niveaus, ook vertegenwoordigd door de feesten. Niveau 1, Rechtvaardiging, niveau 2, Heiliging, en niveau 3, Verheerlijking. Het Overblijfsel bevindt zich op niveau 2, omdat zij zich identificeren met de wil van de Vader en dat verbergt hun onreinheid. Dit komt omdat zij de wet van het vlees beschouwen als een dode wet, de wet van het vlees. Zij kruisigen deze dagelijks. De Rest kruisigt in plaats daarvan dagelijks God en is alleen gerechtvaardigd. De Rest wordt vereenzelvigd met hun hoofd, Jezus, die niet kan zondigen. Dus zij die aan Jezus zijn gegeven als zijn lichaam worden door de Vader beschouwd als het lichaam dat rein is van zonde omdat het hoofd dat is. Velen van De Rest zijn echt vriendelijke mensen, maar zij kunnen nooit gered worden door mest, of zuurdesem. Zij krijgen de belofte van Gods wet die in hun hart groeit als de mest zijn werk heeft gedaan om geheiligd te worden.
De verheerlijking houdt verband met de tent/tabernakel. Het Overblijfsel zal daarin gaan als het Verheerlijkte Lichaam van Christus een niveau dat nog moet komen.
De beloften aan de Israëlieten werden vervuld in het Overblijfsel!
Paulus verlicht ons en vertelt ons dat Gods gericht inderdaad vervuld is met deze verzen:
“Wat dan? Hetgeen Israël zoekt, dat heeft het niet verkregen; maar de uitverkorenen hebben het verkregen, en de anderen zijn verhard geworden.” Romeinen 11:7
Het is duidelijk dat velen zich destijds hadden afgevraagd, wat er met de beloften is gebeurd. Paulus vraagt wat zovelen hadden gevraagd, heeft Israël niet verkregen wat hij zoekt? Hij antwoordt dan. De “verkiezing” betekent, het uitverkoren Overblijfsel, de uitverkorenen. De Ecclesia. Zij hebben het en de rest was verblind.
“En Jesaja roept over Israël: Al ware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden.” Romeinen 9:27
Dus als alleen het overblijfsel gered is, betekent dit dat de rest niet gered is! Dit is niveau 2, zij zijn geheiligd, wat betekent dat zij rechtvaardig zijn verklaard.
“Want Hij voleindt een zaak en snijdt ze af in rechtvaardigheid; want de Heere zal een afgesneden zaak doen op de aarde. En gelijk Jesaja te voren gezegd heeft: Indien de Heere Sebaôth ons geen zaad had overgelaten, zo waren wij als Sodom geworden, en Gomorra gelijk gemaakt geweest.” Romeinen 9:28-29
“Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade. En indien het door genade is, zo is het niet meer uit de werken; anderszins is de genade geen genade meer; en indien het is uit de werken, zo is het geen genade meer; anderszins is het werk geen werk meer. Wat dan? Hetgeen Israël zoekt, dat heeft het niet verkregen; maar de uitverkorenen hebben het verkregen, en de anderen zijn verhard geworden.” Romeinen 11:5-7
De uitverkiezing is die van het overblijfsel, en in Jesaja 10:20-22 zien we hoe God het patroon bepaalt:
“En het zal geschieden te dien dage, dat het overblijfsel van Israël, en de ontkomenen van het huis Jakobs niet meer steunen zullen op dien, die ze geslagen heeft; maar zij zullen steunen op den HEERE, den Heilige Israëls, oprechtelijk. Het overblijfsel zal wederkeren, het overblijfsel van Jakob, tot den sterken God! Want ofschoon uw volk, o Israël! is gelijk het zand der zee, zo zal toch maar het overblijfsel daarvan wederkeren; de verdelging is vastelijk besloten, overvloeiende met gerechtigheid.”
Terugkeren naar wat, een zanderige vlooienput in het Midden-Oosten? Nee! Keer terug naar God. Naar zijn wet, zijn Sion. De terugkeer is alleen voor hen die van Jacob zijn en het gaat niet om de terugkeer naar een locatie, maar naar Gods wegen. De wetten van de mens daarentegen zijn de standbeelden, wetten die omver geworpen moeten worden. Geloven dat de mens het recht heeft wetten te maken is de meest weerzinwekkende vorm van afgoderij. Het Overblijfsel neemt geen deel aan de afgoderij van het maken van wetten. Daarom worden zij geacht Rechtvaardig te zijn, omdat zij zich identificeren met de Rechtvaardigheid van wat heilig is, Gods Wet die voortvloeit uit het Hoofd, hun Hoofd, Jezus. Jezus is gerechtvaardigd, geheiligd en verheerlijkt. Zijn lichaam moet nu alleen nog naar het volgende niveau van Verheerlijking, de eerste Opstanding.
Tot die tijd is het Overblijfsel verzegeld en gered van de correctiebeproeving die nodig is om de voorhuiden van hun hart af te snijden, want dat afsnijden heeft bij hen al plaatsgevonden.
Jeremia 31:6,7 “Want er zal een dag zijn, waarin de hoeders op Efraïms gebergte zullen roepen: Maakt ulieden op, en laat ons opgaan naar Sion, tot den HEERE, onzen God! Want zo zegt de HEERE: Roept luide over Jakob met vreugde, en juicht vanwege het hoofd der heidenen; doet het horen, lofzingt, en zegt: O HEERE! behoud Uw volk, het overblijfsel van Israël.”
De berg Efraïm is een andere manier om te zeggen de natie of het huis van Israël, en zij zullen naar Sion gaan, in de context dat is waar de Heer woont. Niet die geografische zandbak in het Midden-Oosten, maar te midden van de lichaamsdelen van de levende tempel van de Heer. En wie wordt er gered? Het overblijfsel van Israël.
Ezechiël 37:16,17 “Als Jeremia in de plaats des kuils, en in de kotjes gekomen was, en Jeremia aldaar veel dagen gezeten had; Zo zond de koning Zedekia henen, en liet hem halen; en de koning vraagde hem in zijn huis, in het verborgene, en zeide: Is er ook een woord van den HEERE? En Jeremia zeide: Er is; en hij zeide: Gij zult in de hand des konings van Babel gegeven worden.”
Dit gaat over Gods Israëlitische volk, die van de twee koninkrijken die eens verdeeld waren, die samenkomen in Christus’ hand, maar zij die “Uw volk dat gered moet worden” zijn “het overblijfsel” van Israël. Zij die gehoorzaam zijn, zijn kinderen en erfgenamen. Zij die dat niet zijn, bevinden zich in de wervelwind van oorzaak en gevolg.
Nogmaals Romeinen 9:27 “En Jesaja roept over Israël: Al ware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden.”
Romeinen 11:5 “Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.”
Dit sluit nu aan bij het vers dat we eerder bestudeerden in 1 Korintiërs 1:2,3. Waarin we lezen dat de uitgeroepenen werden geroepen en hun vrede en genade werd gegeven. Het is voor het Overblijfsel, niet voor de Rest. Het Overblijfsel is de Uitverkiezing of Uitverkorenen van de Genade.
Hoewel deze “heiligen door roeping” 1 Kor 1:2,3 of de uitverkorenen der genade enige correctie nodig hadden – wat het doel was van Paulus’ brief – stond hun status niet ter discussie. Zij begrepen dat zij gelovigen van het Nieuwe Verbond waren door uitnodiging of roeping, wat een daad van God was. Daarom waren zij “geheiligd” (hagiazo) en apart gezet (heilig gemaakt) en gewijd aan een bijzondere roeping.
Die uitverkiezing van genade is een categorie die in symbolische termen wordt beschreven in Openbaring 6:6:
“En ik hoorde een stem in het midden van de vier dieren, die zeide: Een maatje tarwe voor een penning, en drie maatjes gerst voor een penning; en beschadig de olie en den wijn niet.”
Is het toeval dat al deze levensmiddelen symbolen zijn van Israëlieten?
Veel commentatoren proberen dit vers uit te leggen als een soort eerlijk Romeins belastingsysteem. Toch staat elk item; tarwe, gerst, wijn en olie in dit vers vreemd genoeg voor de drie hoofdfeesten van de Hebreeuwse jaartelling en drie niveaus of wegen om de geheiligde of gezalfde van de geroepenen te worden. Dus, in plaats van te zinspelen op een rechtvaardig belastingstelsel, zeg ik u dat dit vers gaat over het Verzegelde en te beschermen Overblijfsel, waarvan het aantal verderop in Openbaring 7 en Openbaring 14 tweemaal wordt genoemd. Op de details kom ik in hoofdstuk 24.
Het Overblijfsel zijn zij die door de kerkelijke eeuwen heen hebben geweten wie de ware Israëlieten zijn. Zelfs de vroege ‘kerkvaders’ vóór Origenes wisten dat ook. Het Overblijfsel weet ook dat de Bijbelse wet voor hen en hun verwanten voor altijd is, die dateert van vóór Mozes, want zelfs Abraham volgde die wet. De Overblijfsel zijn zij die Geroepen zijn uit alle krankzinnige leringen van de kerken en de God hatende ‘ismen’ van de seculieren.
Daarom ziet een Israëlitische Overblijfsel in Engeland geen vreemdeling in een Israëlitische Overblijfsel uit Duitsland, of Nederland of Denemarken, of een Boer, of iemand uit Australië en omgekeerd, of uit welk ander land op aarde dan ook. Familie is familie. Wij zijn één lichaam onder ons Hoofd Jezus, onder zijn Wet van zijn Vader die onze Vader is.
De overblijfselen zijn door God gekozen en aan Jezus gegeven en niet door enige kerk die er ooit geweest is. Het overblijfsel is opgewekt en verzegeld als leden van het lichaam van Christus, ongeacht waar hun verwanten wonen of welke taal zij spreken, want zij spreken met één stem, één overeenstemming, ja één tong, de taal van de waarheid, in welke taal dan ook, want hun waarheid is Gods woord. Jezus is hun hoofd en God is hun Vader en de wet van de Vader is de enige wet, “Amen”. Zij zullen nooit oorlog voeren met een verwant van het Lichaam van Christus, ongeacht welke taal hij of zij spreekt of waar hij of zij ook woont. Het Overblijfsel wordt gemeten of gewogen in de weegschaal en wordt gevonden en verzegeld en gezalfd. De rest wordt in de weegschaal gewogen en blijkt tekort te schieten.
Dit komt omdat de overigen in hun ZONDEN hun wetteloosheid van Gods wet voortzetten en gehoor gaven aan de kerken die hen vertelden zich over te geven aan de wet van de mens. De wet van de mens is de gecodificeerde zonde. In Efeziërs 2 lezen we juist dit punt. Het overblijfsel is waar Paulus tegen spreekt, zij hebben de wetten van de mens gedumpt in ruil voor de wet van God.
“En u (de Israëlieten waarover hier wordt gesproken zijn het Overblijfsel) heeft Hij levend gemaakt, die dood was in overtredingen en zonden; (nu zijn die zonden uitgewist) waarin gij vroeger wandelde naar de loop van deze wereld, (wetten van het mensenstelsel) naar de vorst van de macht van de lucht, (naar de hooggeplaatste leiders) de geest die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid: (zij die leven door dat “pneuma, geesten zijn die van ongehoorzaamheid aan Gods Wet) Onder wie ook wij allen in vroeger tijden ons gesprek hadden in de begeerten van ons vlees, vervullende de begeerten van het vlees en van de geest; en waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook anderen.” Efeze 2:1-3
De kerken beweren dat wij vrij zijn van Gods wet, maar hier wordt ons verteld dat wij vrij zijn van de wet van de mens, maar zij die de wetten van de mens handhaven zijn kinderen van ongehoorzaamheid, zij zijn eigenzinnig. De kerken zijn dus eigenzinnig. Hoe kunnen zij het Lichaam van Christus zijn?
Zij die dus wandelen “naar de wereld”, dus het systeem, worden door het systeem beloond. De gelovigen in dat systeem geloven ten onrechte dat hun beloningen zegeningen van God zijn. In plaats daarvan worden deze zegeningen door het systeem gegeven voor hun dienst aan het in stand houden van het systeem. Zij helpen het systeem door dagelijks Gods wet te doden. De Overblijfsel waren vaak de armen, en niet de welgestelden.
Jeremia 39:10 “Maar van het volk, die arm waren, die niet met al hadden, liet Nebuzaradan, de overste der trawanten, enigen overig in het land van Juda; en hij gaf hun te dien dage wijngaarden en akkers.”
Het Overblijfsel is ook de reden voor God om de natie veilig te stellen ten behoeve van de Overigen.
Ezra 9:8 ”En nu is er, als een klein ogenblik, een genade geschied van den HEERE, onzen God, om ons een ontkoming over te laten, en ons een nagel te geven in Zijn heilige plaats, om onze ogen te verlichten, o onze God, en om ons een weinig levens te geven in onze dienstbaarheid.”
Jesaja 1:9 ”Zo niet de HEERE der heirscharen ons nog een weinig overblijfsel had gelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk zijn geworden”, en Paulus herinnert ons in het Nieuwe Verbondstijdperk in Romeinen 9:29 aan deze uitspraak van Jesaja dat het principe evenzeer geldt in het Nieuwe Testamentstijdperk.
Laten we dus niet de moed verliezen door te denken dat we op de een of andere manier geen bewijs zien dat Gods beloften zijn vervuld. De beloften zijn volgens zijn woord vervuld in het Overblijfsel! En die belofte reikt uit naar de Rest in genade namens het Overblijfsel, opdat zij niet zijn als Sodom en Gomorra. Het feit alleen al dat de Rest leeft, zelfs vandaag, is het levende bewijs van Gods belofte. Toch leven zij door hun “zwaard” hun normen en sterven daarmee. Zij hebben geleefd in de wervelwind van de geschiedenis van oorzaak en gevolg. Zij zijn blind voor de oorzaken als zijnde het resultaat van hun wegen.
“…en de REST (de gelovigen en seculieren) was verblind. Zoals geschreven staat: God heeft hun de geest/spirit/gedachte der sluimering gegeven, ogen opdat zij niet zouden zien, en oren opdat zij niet zouden horen; tot op de dag van vandaag.” Romeinen 11:5, 7, 8, 9, 10