• Home
  • Het is tijd – De sabbat – Nieuwe manen of Cycli
6 december, 2022
Adam de Witt

Ik benadruk nogmaals de eerder gemaakte bewering dat de Israëlieten niet pas in Babylon heidense gebruiken leerden. Zij gingen naar Babylon omdat zij van tevoren heidense dingen deden. Zij waren van tevoren al tot op het bot verrot. Babylon heeft hen niet bedorven, zij waren al bedorven. Babylon heeft hen misschien overgehaald, maar de Israëlieten hoefden dat niet te doen.

Toen de Israëlieten eenmaal in schuld stonden bij God, werd Babylon eenvoudigweg de hoogste bieder om Israëls schuld aan God af te betalen. Israël werd door God aan Babylon verkocht. Om dit verder te begrijpen, verzoek ik u dringend het boek te bestellen: Israel Sold Into Captivity, door Sh eldon Emry van C.I.M. P.O. Box 146 Cardwell QLD 4849 Australië. Met dit in gedachten moeten we nu begrijpen waar Babylon in geloofde.

Veel van de zogenaamde Hebreeuwse jaartellingsnamen zijn Babylonisch; Nisan, Iyar, Sivan, Ab, Marcheshvan, Tishri en Adar. Toen de Israëlieten Babylon verlieten, ging een groot deel van Babylons cultuur over op de Israëlieten (hoewel de hoeveelheid wellicht minder was dan toen zij in gevangenschap gingen). De Israëlieten gingen naar huis, net zo multicultureel als toen zij naar Babylon gingen. Ezra hoofdstuk negen laat zien dat hun zonden (het breken van Gods wetten) zich herhaalden na de gevangenschap. Dezelfde zonden die de gevangenschap in de eerste plaats veroorzaakten werden herhaald. Het boek Nehemia laat zien dat onder Ezra een poging werd ondernomen om Gods wetten terug te brengen, zoals het scheiden van de rassen, maar een deel van dit proces van het terugbrengen van Gods wetten omvatte ook het opnieuw instellen van het Feesten/Sabbats-systeem (Nehemia hoofdstuk 8-13). Maar het was te laat, de Assyrisch/Babylonische cyclus van de zevende dag, gebaseerd op manen, en geen dubbele sabbatten, was ingebakken, en mettertijd zou het Ezras goede werk ongedaan maken.

Zoals met alle maancycli beginnen de maanmaanden natuurlijk met de eerste waarneming van, je raadt het al, de maan. De Joodse Encyclopedie zegt: De eerste verschijning van de nieuwe maan bepaalt het begin van de maand. (vol. III p502 [1903]) De Babylonische kalender deed hetzelfde, beide begonnen bij de eerste maanverschijning na zonsondergang tot haar verdwijning op de ochtend van de 28e dag. De maan-maand was verdeeld in zevens waardoor het principe van een zeven herhalende cyclus wekelijks systeem ontstond. Dit liet het Wekenfeest en de dubbele Pinksterdag niet toe.

Deze zelfde zich herhalende cyclus werd door de kerken in de NT tijden overgenomen hoewel zij niet het Joodse nieuwjaar als uitgangspunt namen. Toen de maan voor het eerst te zien was, begon de nieuwe maand, evenals de cyclus(s) van zeven dagen van de weken. De Babylonische rustdag vond toen niet op de eerste dag plaats maar op de zevende dag. Dit is dus heel anders dan de Hebreeuwse kalender die de eerste dag van het jaar, (tevens de eerste dag van de eerste week en de eerste maand) als een reinigingsdag vóór de werkdag heeft. Wij zien dus dat de Joodse cyclus geen verband houdt met de door God bepaalde cyclus. Alleen al op dit punt, namelijk dat de Joodse cyclus begint met een werkdag, begint de Hebreeuwse cyclus met een rustdag.

De reden hiervoor is duidelijk, Gods cyclus was om de eerste dag te heiligen. Dit gebeurde opnieuw met (Z.K.H. Koning) Jezus’ opstanding, die de eerste dag heiligde, en daarmee het systeem van Zijn Vaders, Meesters der Sabbatten, terugbracht. Het boek Jubileeën fungeert als een interessante getuige. Het schijnt dat er twee versies zijn van het boek van Jubileeën. Ik geloof niet dat een van beide boeken van dezelfde inspiratie is als het heilige geschrift. Zij kunnen echter wel nuttige praktische aanwijzingen geven over de gewoonten van de tijd waarin zij werden geschreven (of die gewoonten nu goed of fout waren). De geschriften van Josephus zijn ook niet door God geïnspireerd, maar ook zij leren over de dingen van die tijd.

In het geval van Gods jaartelling is Jubilee niet alleen in overeenstemming met het OT, het schetst het op een andere manier die ons helpt te zien dat Gods jaartelling in ieder geval op bepaalde momenten in de geschiedenis werd begrepen. Jubilee laat ook zien dat het gebruik van manen alles uit balans brengt met Gods perfecte tijdschema. Ook dat de Israëlieten Gods jaartelling zullen veranderen en heidense feesten zullen invoeren. Jubileeën erkent ook dat het Wekenfeest en Pinksteren een dubbele sabbat zijn.

Boek van Jubileeën 1: 12-14 en Ik zal getuigen tot hen zenden, opdat Ik hen moge beproeven, maar zij zullen niet horen en mijn getuigen doden, en zij zullen hen, die de wet zoeken, uitwerpen en de gehele (wet) afschaffen, en zij zullen beginnen kwaad te doen voor mijn ogen, en Ik zal mijn aangezicht voor hen verbergen en Ik zal hen overleveren aan de heidenen, en zij zullen al mijn wetten en al mijn geboden en al mijn oordelen vergeten, en zij zullen dwalen met betrekking tot nieuwe manen en sabbatten en feesten en jubelen en ordinanties.

Jubel 2:27-28 Wij hebben de sabbat in de hemel waargenomen, voordat het aan een sterveling bekend was om de sabbat op aarde waar te nemen. En de Schepper van allen zegende haar, maar Hij heiligde niet alle volken en natiën om daarop de sabbat te houden, maar alleen Israël; aan hen alleen verleende Hij te eten en te drinken en daarop de sabbat te houden, op de aarde.

Jubel 2:30 Deze wet en dit getuigenis werd aan de kinderen Israëls gegeven als een wet voor altijd voor hun geslachten.

De volgende verwijzing bewijst dat er een dubbele sabbat is met Pinksteren die ook de dag van het Wekenfeest omvat (alles geteld als één sabbat van twee dagen lang of 48 uur lang).

Jubel 6:18-19 en Gij geboodet de kinderen Israëls, dat zij dit feest zouden houden in al hun geslachten, als een gebod voor hen: Op één dag in het jaar, in deze maand, zullen zij dit feest vieren. Want het is het Wekenfeest en het is een Feest der Eerstelingen; want dit feest is van tweeërlei aard en van tweeërlei soort, gelijk geschreven en gegraveerd staat omtrent zijn viering.

Dan vinden we in de volgende verzen dat door de dag van het Wekenfeest en de dag van het Pinksterfeest als één sabbatsblok te tellen, behandeld als één sabbatsperiode of -dag (zoals de Schrift het voorschrijft). Dit geeft ons een jaar van 365 dagen, maar met 52 even weken en het verdelen van het jaar in vier dertien weken kwartalen zonder extra dagen, en alle Sabbatten, festivals, etc, op vaste dagen van het jaar om nooit te veranderen, in tegenstelling tot de huidige telling waar we 53 Sabbatten hebben elk zevende jaar. Gods jaartelling is zo evenwichtig en netjes in tegenstelling tot de menselijke jaartelling.
Jubilea 6:27-29 en zij werden opgeheven op de tafelen des hemels: dertien sabbatten voor elk, van de een tot de ander hun gedachtenis, van de eerste tot de tweede, van de tweede tot de derde, van de derde tot de vierde. En al de dagen van dit gebod zijn tweeënvijftig sabbatten van dagen, en het gehele jaar is voltooid. Aldus is het gegraveerd en verordend in de tafelen des hemels, en er is geen overtreding van het ene jaar tot het andere.

Doch de feesten der mensen overtreden van dag tot dag. Onze heidense kerstdag, 25 december, overtreedt elk jaar een dag; het ene jaar valt het op dinsdag, het volgende op woensdag, het volgende op donderdag, enzovoort, elk jaar weer. Gods Sabbatten (Feestdagen) vallen altijd op dezelfde dag van de maand en het jaar, elk jaar, om nooit te veranderen.

Jubilea 6:30-34 en Gij geboodet de kinderen Israëls, dat zij de jaren zouden houden in het getal, driehonderdvierenzestig dagen, (364 dagen) en het jaar zal volkomen zijn en de vaste datum van hun dagen en hun feesten zal niet bedorven worden, want alles geschiedt in hen naar hun getuigenis, en zij (Israël) zullen geen dag missen of een feest bederven.

(Dit vers laat zien dat de schrijver van Jubileeën de dubbele sabbat behandelde als één lange sabbat of één dag, ook al bestaat het uit twee afzonderlijke feesten. Bedenk dat het woord dag niet betekent 24 uur, maar eerder een bepaalde tijdspanne met een vast begin en einde. In dit geval is de tijdspanne van het begin van het Wekenfeest tot het einde van het Pinksterfeest).

Maar indien zij overtreden en ze niet in acht nemen naar Zijn gebod, dan zullen al hun vaste data bedorven worden, en de jaren zullen daardoor vergaan, en ook hun tijden en hun jaren, en zij zullen hun verordeningen overtreden. En al de kinderen Israëls zullen vergeten en niet vinden het pad der jaren, en zij zullen de sabbatten en de feesten vergeten, en in de gehele orde der jaren zullen zij dwalen. Want Ik weet, en van nu aan zal Ik het u bekend maken, en niet van mijn hart, maar alzo is geschreven in een boek voor Mijn aangezicht en is verordend op de tafelen des hemels, de verdeling der dagen, dat zij de feesten van mijn verbond niet vergeten en wandelen naar de feesten der heidenen, naar hun dwalingen en naar hun onwetendheid. En er zullen er zijn die waarnemingen van de maan zullen doen, want deze (de maan) bederft de vastgestelde tijden en komt elk jaar tien dagen eerder uit.

Opmerking:- In vers 34 hierboven zal de maan het jaar met tien dagen bederven. Als zij de dubbele sabbat niet als een enkele dag (tijdruimte) zouden tellen, zouden er elf dagen extra zijn na twaalf maan- of maanmaanden, wat in totaal 354 dagen is.

Jubilea 6:35 en op deze wijze zullen zij de jaren verdraaien en een verkeerde dag als dag van getuigenis en een verdorven feestdag houden, en een ieder zal heilige dagen met onreine vermengen en onreine met heilige; want zij zullen dwalen met maanden en sabbatten en feesten en jubeljaren.

Dus het boek Jubeles laat zien dat de mens de Feesten/Sabbatten zal veranderen, daarbij dwalen zij. Dit deden de Israëlieten in OT tijden en opnieuw in NT tijden. En daarmee missen zij het punt van de allegorische betekenissen van de feestdagen.

De Israëlieten namen een systeem van nieuwe manen aan, in plaats van vast te houden aan een systeem van nieuwe maanden. De woorden voor maanden en manen in het Hebreeuws zijn niet verwant en zijn door elkaar gehaald door vertalers die ofwel onwetend waren ofwel oplichters. Hoe dan ook, ze hebben geblunderd. Ik zal niet ingaan op een studie over deze woorden omdat veel andere schrijvers hier al goed werk over hebben gedaan.

Maar kort gezegd, de Babylonische jaartelling is gebaseerd op de verering van de maangod. De term nieuwe maan in de Bijbel had vertaald moeten worden met nieuwe maand. De vertalers waren van de Judeo traditie, gesticht door de vroege kerkvaders. Zij wisten dat de Joden een maankalender volgden. Omdat zij geloofden dat het OT over Joden ging in plaats van over Proto-Saksen is het redelijk om aan te nemen dat zij simpelweg geloofden dat nieuwe maanden nieuwe manen moest betekenen. Maar in het Hebreeuws is het woord maan Yareach; maand echter is Chodesh. De woorden zijn niet onderling verwisselbaar, maar dat leek de vertalers niet te deren. Wat kan men anders verwachten van een Judeeër, zij zaten gevangen in hun eigen kerkleer.

Op dit punt loont het echter de moeite om even te kijken naar de Babylonische cyclus van zevens die op zaterdagen vielen. Het Babylonische establishment was niet gegrondvest op Gods wetten, maar op de wetten van de mens. Dit betekent dat hun sabbatcyclus het bijgeloof van de mens weerspiegelde. Babyloniërs waren zeer bijgelovig. Zij geloofden dat alle natuurlijke gebeurtenissen een god op zich waren. Wanneer planten in de herfst begonnen te verdorren of te sluimeren, zagen de Babyloniërs dit als een teken dat een van hun goden het aardoppervlak had verlaten en naar de onderwereld was gegaan, waarbij hij zijn levenskracht had meegenomen. De lente was voor hen de comeback van dit weer-spook.

Kerstmis komt voort uit dit stom-gelovig systeem. Het valt samen met de kortste dag van het jaar en markeert het einde van de neerwaartse trend van het spook, de dagen zouden dan voortaan langer worden, het spook wordt dan gezien als een weg werkend uit de baarmoeder of buik van Moeder Aarde. De wedergeboorte van het spook was dus in de lente. (Is het je opgevallen dat wij zelfs vandaag nog Moeder Aarde zeggen?) Het klinkt gek, maar de Babyloniërs geloofden in hun eigen fictie.

Hun verzonnen wereld beïnvloedde ook hun sabbat-systeem. Voor hen is de eerste dag niet een dag om te heiligen. Noch werd de laatste dag van de week geheiligd. De laatste dag was er een om in bed te blijven, als het ware. Het heiligen was niet aan de orde, want de laatste dag van de week werd gezien als een dag om te stoppen met werken, omdat het een dag was met een slecht voorteken. Bij de Babyloniërs waren de boze geesten eveneens zeven in getal (Interpreters Dictionary of the Bible) En zo werd de zevende en laatste dag van de week gezien als een kwade dag in de handen van boze geesten, een dag waarop het zwoegen van de mens niet goed zou verlopen. Uit het Babylonische spijkerschrift zien we dat de kwade dagen Shabattu werden genoemd, het Babylonische dialect van Sabbat. Het was de 7e dag van elke maancyclus.

In de Babylonische verslagen vinden we dat de 7e, 14e, 21e en 28e dag van de maand, dagen waren waarop bepaalde dingen verboden waren voor de koning. (The Week, Cambridge University Press). Dit systeem werd, ondanks Ezras pogingen, de belangrijkste sabbatregel voor het gebied met inbegrip van Judea. Hoewel de Israëlieten hun niet-Israëlitische partners met nageslacht wegstuurden en de feestdagen terugbrachten, is het duidelijk dat niet alles in orde werd gebracht. Het land leefde onder een vorm van Apartheid. Het probleem met Apartheid, zoals wij dat kennen uit Zuid Afrika of zoals dat was in het zuiden van de USA, is dat de rassen nog steeds op hetzelfde land woonden en deelden. Ze woonden in aparte buurten, maar nog steeds in hetzelfde land. De problemen zouden duidelijk te zien moeten zijn, maar helaas niet voor iedereen. Als de andere rassen in hun gebieden een hoger geboortecijfer hebben (zoals het geval was in Zuid Afrika waar voor elke blanke, vijf zwarten werden geboren) dan zou het niet lang duren voor de blanken een minderheid zouden worden in een zee van rancuneuze heidenen. Het betekent ook dat de goden van de heidenen ook meer aanbeden zouden worden. Het betekent ook dat hun cultuur spoedig het land zou overheersen. Als de toenmalige minderheid blanken minder moreel wordt, duurt het niet lang voordat het ten onder gaat. Judea kon, net als het 20e jaar honderd (eeuw) Zuid Afrika, de overweldigende invloeden rondom weerstaan, maar niet die in haar midden en het was allemaal hun eigen schuld.

De rijken (imperia) die na de ballingschap in Babylon opkwamen en gingen, maar ze gingen altijd als een dosis zout door het land van Judea. Slechts een kleine minderheid van de Israëlieten keerde terug naar het, toen al, multiraciale Judea. De gewoonten van deze Judeeërs die terugkeerden waren van een minderheidscultuur. Spoedig werden deze Judeese gewoonten, ondanks Apartheid, overspoeld door de volksgewoonten van de buitenstaanders.

Omstreeks 134 v. Chr. werden de niet-Judeeërs genaturaliseerd, kregen zij het staatsburgerschap, en werden zij geestelijke Judeeërs. Vanaf dat moment was er geen noodzaak meer om Apartheid te handhaven of enige schijn daarvan, want in werkelijkheid waren de Judeeërs geestelijke heidenen geworden. Zij waren onder de verordeningen van mensen die tegen hen waren, lang voordat zij een smeltkroes werden. Deze verordeningen die tegen hen waren zouden op een dag aan het kruis worden genageld. Door de wetten van de mensen aan het kruis te nagelen zouden de Israëlieten in staat worden gesteld om onder Gods wetten te leven, waaronder Gods belangrijkste sabbatsstelsel. Echter, slechts een handjevol had een hart dat bereid was dit te doen na de opstanding van Jezus, de rest van de Israëlieten luisterde naar de vroege kerkvaders en nagelde in plaats daarvan Gods wetten aan het kruis. Dus, net als in Ezras dagen, begrepen de massa’s het niet. Gods sabbat systeem was niet bekend. Babylons systeem was zo verankerd in hun cultuur dat zij eenvoudigweg de zaterdag naar de zondag verplaatsten.

Toen de Babyloniërs en Romeinen de namen van de planeten kozen als de namen van de dagen en maanden (rond 90 – 80 v. Chr.) waren de Judeeërs niet langer onder Apartheid. Het was dus geen grote stap voor de Judeeërs om dit systeem over te nemen. Omdat de Judeeër/Babylonische sabbat op de Romeinse Saturnusdag viel, zagen de Romeinen de Judeeërs als Saturnusaanbidders. In de Babylonische astrologie, wordt Saturnus gezien als de ongeluksster. De ongeluksdag van Saturnus was de perfecte naam voor de slechte zevende dag, de zieke Shabattu van Babylon. De Romeinse historicus Dio Cassius (155 – 238 n. Chr.) schreef over de Judeese smeltkroes, Zij wijdden aan hem de dag genaamd de dag van Saturnus, waarop, naast vele andere eigenaardige observaties om geen serieuze bezigheden te ondernemen.

Dio Cassius leefde tijdens de tweede apostolische kerktijd (63 313Ad). Hij leefde na de Romeinse plundering van Jeruzalem en Masada (70 73AD De Romeinen zijn werktuigen in koning Jezus hand). In dit tijdperk hadden de Israëlieten in Judea drie opties voor zich, drie wegen die de toekomst zouden bepalen en hoe zij zouden leven en aanbidden. Hun hartafgoden zouden hen helpen kiezen. Sommigen voelden zich geroepen op een van deze wegen. Zij zouden geen inspraak hebben, want een geroepene wordt geroepen door de Roeper. Sommigen bleven in de weg van de OT kerken, die zich tegen die tijd hadden ontwikkeld tot de culten van de Farizeeën, Sadduceeën, Essenen enzovoort. Dit waren de Babylonische rabbinale sekten die multi-etnisch waren, multi-raciaal, en sommigen van hen vormden de cultus van het Jodendom. Anderen volgden het pad van de NT kerkvaders die beweerden Jezus te volgen, maar in plaats daarvan Zijn wet aan het kruis nagelden en het Joods-Christendom stichtten. De kerken dumpten Jezus, als een rebelse vrouw die denkt dat zij goed en kwaad kan uitwerken. Omdat zij geen richtlijnen van God had, omdat zij dacht dat Gods wetten, in plaats van de wetten van de mensen, aan het kruis waren genageld, had zij geen andere keus dan de wetten van de mensen te volgen, die door de kerkvaders waren bedacht. Zij geloofde dat de rabbinale wegen verkeerd waren, maar ook dat Gods wetten verkeerd waren. Haar tradities waren niets meer dan haar eigen tradities, leende tradities van hier en van daar, en vroeg dan Jezus om dit te zegenen. (Matt. 12:43-45)

Als groep creëerde zij een nieuw sabbatsstelsel. Omdat de opstanding een goede zaak was en geen kwade zaak, kon haar sabbat onmogelijk op de zaterdag vallen. Dus omdat zij niet gezien wilde worden als een volgeling van de rabbijnen en wilde laten zien dat zij Jezus volgde (zij het in lippendienst), gebruikte zij de achtste dag van de opstanding als de start voor haar 7 daagse cyclus. Maar ze miste het punt.

De volgende groep van Judeese Israëlieten was het lichaam (niet de bruid/gemeente) van Christus. Jezus kon alleen maar doen zoals Zijn Vader, dus Hij gaf de aftrap voor het hoofd van de Sabbatten, zoals Zijn Vader zo lang geleden voor Hem deed na de uittocht uit Egypte. De lichaamsgroep van Israëlieten die toen in Judea waren (niet de bruidsgroep), konden alleen maar doen wat hun hoofd (Jezus) beval. Aangezien God evenzeer hun Vader was als Hij voor Jezus is, kon het lichaam alleen maar doen wat de Vader beval. De groep van het lichaam zijn de hoorders van het Woord, want Pinksteren gaat niet zozeer over het spreken in tongen of talen, maar veeleer over het horen van het Woord.

Natuurlijk waren deze mensen nog steeds zondaars, maar hun zonden werden wit als sneeuw geacht. Zo volgden ook zij het hoofd der sabbatten. Maar hun inspanningen brachten de kerken niet tot inkeer. Zo kunnen wij hen 2000 jaar later ook niet tot inkeer brengen, want zij zijn een dwalende bruid, de hoer die zich aan Babylon heeft gehecht. Die hoer bereed het beest. Die hoer wil maar al te graag in tongen spreken, namelijk om de wereld hun overtuigingen te vertellen, waarbij hun oren weinig tijd hebben om het woord te horen. Dus hoewel hun met Pinksteren gezag was gegeven, slaagden zij er niet in Pinksteren te vervullen. Zij wachten nog steeds op de vervulling van Pinksteren.

Zowel de zaterdag- als de zondagcyclus komen niet uit de Bijbel, maar uit de harten van mensen. God beloofde dat het houden van Zijn Sabbatten een zegen voor ons zou zijn. Dit is zo waar om vele redenen, want het houden van de Sabbatten kan alleen als wij Gods wetten begrijpen en kennen. De twee zijn met elkaar verweven. Ze te scheiden is dwaasheid.

Toen Jeruzalem onder Ezra en Nehemia opnieuw werd gesticht, was het zo’n 150 jaar in frith (vrede). Maar de 150 jaar was een genade periode. Het was een tijd waarin God vriendelijkheid toonde, niet omdat het volk rechtvaardig was, maar omdat het een tijd was die aan de overgebleven Israëlieten was gegeven om orde op zaken te stellen in het land, opdat het niet door God in beslag zou worden genomen. Ondanks Ezras inspanningen, werden de wetten van God en de feesten gecompromitteerd. Hoewel de sabbatten onder Ezra strikt werden gehouden, werd het hoofd van de sabbatten al spoedig vertroebeld. Om het punt te bewijzen, wekte God Ptolemaeus op na de dood van Alexander (324BC) die de Judeeërs op de Sabbatdag verraste. De overgebleven Israëlieten geloofden dat hun Sabbatten de juiste Sabbatten waren, net zoals zij dat vandaag de dag doen. In de overtuiging dat zij gelijk hadden, vonden zij het verkeerd om te strijden op de dag die zij geheiligd hadden. Maar de dag was niet geheiligd door God! Ptolemaeus sloeg toe op de Judeese sabbat. Zonder tegenstand werd de stad geplunderd en een groot deel van de inwoners werd naar Egypte afgevoerd. Tijdens de Makkabese oorlog tegen het Syrische leger in 167 v. Chr. wilden sommige Judahieten niet vechten op hun sabbat, omdat zij die anders zouden verontreinigen. Zij zeiden, laat ons sterven in onze onschuld. Zij waren zeker vroom, zij stierven zeker, maar zij hadden geen gelijk. Dus de Syriërs vielen hen aan op de Judeese Sabbat. Raad eens wie de Syriërs op liet staan? God! Judeeërs, hun vrouwen, kinderen en vee werden massaal afgeslacht (zie 1 Makkabeeën 2:34-38) Denk eraan, als Israëlieten met God zijn, wie kan hen dan tegenhouden? Niemand. In 63 v. Chr. trok de Romeinse generaal Pompeius (de Grote) op tegen Jeruzalem en door gebruik te maken van de Judeese sabbat was hij in staat de vesting in te nemen. Herodes de Grote deed hetzelfde in 37 v. Chr. en nam de stad in op de dag van Saturnus. Het resultaat? Rijkdom werd geplunderd en Jeruzalems inwoners stierven bij duizenden, de overlevenden zouden worden geregeerd door hun aartsvijand, Herodes de Edomiet, alles dankzij de Judeese Sabbat. God zag niet alleen de zaterdag sabbat als niets heiligs, Hij riep legers op om het te bewijzen. Natuurlijk waren de Israëlieten zondaars. Dus God had de vijanden zeker op andere dagen kunnen oproepen. Nee, Hij koos de Sabbat (van de mens). De laatste val van Jeruzalem was ook op een Sabbat. Vespianus overrompelde de Judeeërs door op Saturnusdag 70AD aan te vallen.

Een Talmoedische traditie leert dat Mozes eens zou hebben gezegd, dat de meest geschikte dag voor een sabbat was, de zevende dag, gewijd aan Saturnus; werk gedaan op deze dag is nooit goed. Alsof Mozes met zulke lachwekkende en volslagen onzin op de proppen zou komen. Natuurlijk heeft Mozes dit nooit gezegd, maar het toont de diepte van de afkeer van de Joodse dom-stelling. Een domme traditie die niet alleen wordt aangehangen door de Edomieten, die de basis vormen van de huidige Joden, maar ook door de meeste Judeeërs en sommigen in de Identiteit!

Ondanks dit alles geloven sommige mensen zelfs tot op de dag van vandaag dat God en Jezus het Joodse sabbat/feestsysteem respecteerden. Als u echt met stomheid geslagen wilt worden, lees dan het volslagen gewauwel van de Armstrongs Judeo cultus. In de glossy Roy al Vision van maart/april 2001 proberen zij ons te leren wat Gods heilige kalender is. Naar het voorbeeld van het Judaïsme gaan ze een stap verder in hun fronsendheid dan wie dan ook. Ja, de zondag- en zaterdagieten zijn verkeerd, ik hoop dat je dat nu wel inziet, maar Armstrongs Philadelphia Kerk van Gog is twee keer zo verkeerd en twee keer het kind van de verdoemenis. (De straf voor Joodse proselieten) Zij noemen de Joods/Babylonische maan jaarteller een heilige kalender, bewaard door de Joden zoals de Schriften zeggen. Armstrongs menigte vertelt u dat Romeinen 3:2 dit bewijst. Dus ga en kijk naar Romeinen 3:2 en het beweert op geen enkele manier dat de Joodse kalender heilig of Goddelijk is, in feite wordt het niet eens genoemd. Deze Armstrong Judeo cult, verdraait de woorden orakels van God om te betekenen dat de Joodse/Babylonische kalender door God was gegeven als onderdeel van Zijn wet. Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik heb zin om deze griezels een schop onder de kont te geven. Bovendien staat deze Kerk van Gog erop dat wij de Joodse krankzinnige kalender moeten volgen, u zult nu wel lachen. Wel, ik zal hun artikel bewaren als bewijs om tegen hen te gebruiken.

Abonneer dan nu op onze nieuwsbrief

en ontvang deze in jouw mailbox!

Abonneer nu!

Meer informatie

>