• Home
  • Gingen Jezus en de stervende dief die dag naar het paradijs?
27 december, 2023
Sieuwerd Isachastra

Voorwoord van de vertaler

Het probleem tegenwoordig is dat veel dingen niet begrepen worden van wat er in de Bijbel staat. Ons wordt door kerken een hele andere voorstelling gemaakt van wat er in de Bijbel staat omschreven. Is het bewust of onbewust zo de kerken ingeslopen waardoor mensen begonnen te geloven in een hiernamaals? Dat is een vraag op zich maar tegelijkertijd ook niet moeilijk te verklaren.

Heel veel kerken hebben leringen overgenomen van de New Age beweging. Het is de heidense New Age beweging die zijn begonnen met dit soort beweringen. Zij leren in een onsterfelijke ziel, terwijl de Bijbel leert dat er maar één iemand is die onsterfelijk is en dat is Jezus. Het idee omtrent onsterfelijke ziel heeft te maken met het verkeerd interpreteren van het woord “Ziel”. Iedereen gaat er vanuit dat het woord “Ziel” een bovennatuurlijke betekenis heeft. Ziel in de Bijbel staat voor wezen of levende wezen. Het heeft niets te maken met een bovennatuurlijke spookgeest. Maar de betekenis van “ziel” werd al door de Rooms Katholieken uit zijn verband gerukt. Ook zij kwamen met het idee over het eeuwige vage vuur waarbij de Katholieke beweging rijk is geworden door angstige kerkgangers.

Ook tegenwoordig gaan deze wilde theorieën te ronde en worden mensen bang gemaakt. Wij hebben op de website diverse studies over hel, hemel, eeuwig leven, satan en duivel. Als je deze studies bestudeerd kom je tot ontdekking wat al deze betekenissen werkelijk omvatten. Ons volk wordt al eeuwen in de greep gehouden door heidense bijgeloof. Om deze heidense doctrines te elimineren, moeten we de Griekse Septuagint bestuderen omdat onze huidige Bijbelvertalingen vol vertaalfouten staan.

Ook het gebruik van spreekwoorden die des tijds werden gebruikt door Jezus en de apostelen moeten worden onderzocht. Ook wij kennen in onze tijd spreekwoorden die niet letterlijk genomen moeten worden. Dit besef moeten wij ook toepassen in de tijd van Jezus en de apostelen. En dat is wat mensen maar niet begrijpen. Mensen gaan er vanuit dat men des tijds geen humor had, men gaat er vanuit dat Jezus ook geen humor had omdat dit niet omschreven wordt in de Bijbel. Dit soort ideeën zorgen ervoor dat de Bijbel niet begrepen kan worden. Jezus noemde de joden ook wel honden, waren de joden dan werkelijke honden? Nee toch? Het waren spreekwoorden van des tijds die wij tegenwoordig niet meer kennen.

Ik hoop dat deze studie voor iedereen meer een verhelderende licht zal werpen op de Bijbel en dat de vele kerkhoaxes aan de kaak worden gesteld.

Wat zei Jezus?

“Voorwaar, Ik zeg u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn”.

of

“Voorwaar, Ik zeg u heden: Met Mij zult gij in het paradijs zijn”.

“En hij zei tot Jezus: ‘Heer, gedenk mij wanneer Gij in Uw Koninkrijk komt.’ En Jezus zeide tot hem: ‘Voorwaar, Ik zeg u heden: heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.'” (Lucas 23: 42-43).

Zoals het in moderne versies over het algemeen wordt vertaald, en ook in de King James Version hierboven, vertelt deze passage Jezus aan de stervende dief aan het kruis dat hij diezelfde dag nog met Jezus in het paradijs zal zijn. Vermoedelijk zou dit betekenen dat het bewustzijn (de ziel) van ieder van hen de dood van het lichaam zou overleven en dat zij bewust naar een plaats zouden gaan die ”het paradijs” wordt genoemd.

Deze interpretatie is echter volledig afhankelijk van de interpunctie van de passage, die vele eeuwen nadat de apostel deze woorden schreef aan de oorspronkelijke tekst werd toegevoegd. Toen de schrijvers van het Nieuwe Testament leefden, was interpunctie onbekend. Alle woorden en zinnen stonden achter elkaar, waardoor het heel moeilijk was om te lezen. Pas in de negende eeuw bevatten Griekse manuscripten zelfs maar de meest elementaire interpunctie. Het vroegste manuscript met leestekens (Codex Augiensis) heeft alleen puntjes die elk woord scheiden.

Het is dus duidelijk dat alle interpunctie in de Schrift volledig op menselijke autoriteit berust en niet gebruikt kan worden om te bewijzen hoe een passage gelezen moet worden. Het doel van dit pamflet is om aan te tonen dat het gewicht van het interne bewijsmateriaal in het voordeel is van het op deze manier weergeven van Lukas 23:43:

“En Jezus tot hem: ‘Voorwaar, Ik zeg u heden: Met Mij zult gij in het paradijs zijn.'”

Zoals de lezer zal opmerken, zegt Jezus op deze manier tegen de dief: “Met mij zult gij in het paradijs zijn.” Jezus zei deze woorden “vandaag”. Jezus zei niet dat ze “vandaag” samen in het paradijs zouden zijn.

Onthoud dat, omdat interpunctie alleen op menselijke autoriteit berust, geen van beide weergaven voorrang kan hebben op de andere, behalve als dit door ANDER BEWIJS wordt gedicteerd. We zullen nu het bewijs in deze zaak presenteren dat volgens ons duidelijk zal aantonen dat Jezus en de dief inderdaad stierven en dat geen van hen die dag naar het paradijs ging.

Tegenwoordig wordt algemeen gedacht dat het paradijs een plaats is die ooit een “compartiment van de hel” (Hebreeuws SHEOL; Grieks HADES) was, waar alle heiligen van het Oude Testament bewust leefden nadat ze “gestorven” waren, totdat Christus hen “met zich meenam naar de hemel” na de opstanding. En omdat Openbaring 2:7 stelt dat één van de beloningen van de overwinnaars was dat zij toegang zouden krijgen tot “de boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is,” is het noodzakelijk om ook aan te nemen dat Jezus niet alleen de heiligen met Zich meenam naar de hemel, maar dat Hij ook het paradijs zelf met Zich meenam, inclusief de Boom des Levens.

Deze uitleg, hoewel door velen geloofd (die een manier moeten vinden om het paradijs in overeenstemming te brengen met hun geloof in de inherente onsterfelijkheid van de mens) wordt niet ondersteund door de definitie van het paradijs die gangbaar was in de tijd van het Nieuwe Testament. Dit wordt duidelijk gemaakt door de Septuagint versie van Jesaja 51:3, waar “paradijs” in plaats van “Eden” en “de tuin van de Heer” staat. (De Septuagint is een Griekse vertaling van het Hebreeuwse Oude Testament, gemaakt rond 280 v. Chr. Het was algemeen in gebruik in de tijd van Christus).

Laten we de Hebreeuwse versie vergelijken met de Griekse. In Jesaja 51:3 staat in de King James Version (van Hebreeuwse manuscripten):

“Want de Heer zal Sion troosten: Hij zal al haar woestenijen troosten; en Hij zal haar woestijn maken als EDEN, en haar woestijn als DE HOF VAN DE HEER; vreugde en blijdschap zullen daarin gevonden worden, dankzegging en de stem van melodie.”

In de Septuagint staat:

“En Ik zal u troosten, o Sion, en Ik zal haar woestijnen stellen als PARADIJS en haar wildernis als DE PARADIJS VAN DE HEER. Zij zullen in haar blijdschap en verrukking vinden, belijdenis en de stem van lof.”

Het woord werd gebruikt om de perfectie van de wereldorde te beschrijven voordat de zonde in de wereld kwam (d.w.z. in Eden); en dus werd het ook verbonden met het toekomstige, geperfectioneerde koninkrijk van God, wanneer de aarde weer een paradijs zou worden.

Het is zeker dat de dief Jezus vroeg om opstanding in Zijn toekomstige koninkrijk. Maar Jezus stond niet op het punt om die dag Zijn koninkrijk binnen te gaan, en dat was ook niet het doel van Zijn eerste komst. Jezus kwam eerst als het Lam van God dat de zonden van Zijn volk op Zich zou nemen – niet als de Leeuw van de stam Juda, die zou komen om over alle volken te heersen. Pas bij Zijn tweede komst zal Hij in Zijn koninkrijk komen. Dit wordt duidelijk gemaakt in 2 Timoteüs 4:1, waar Paulus zegt,

“Ik belast u daarom voor God en de Heer Jezus Christus, die zal oordelen over de levenden en de doden bij Zijn verschijning en Zijn koninkrijk.”

Als Jezus dus zogenaamd zou antwoorden dat ze die dag samen in een compartiment van de hel zouden zijn dat het paradijs wordt genoemd, zou dat het negeren van zijn verzoek zijn, of op zijn best een CORRECTIE van het geloof van de stervende dief. De dief sprak over het toekomstige koninkrijk, maar Jezus zei zogenaamd: “Nee, we gaan niet Mijn koninkrijk binnen; we gaan naar een compartiment van de hel dat het paradijs wordt genoemd, en bovendien gaan we daar vandaag naar toe.”

Omdat de dief zijn vertrouwen in Jezus uitsprak voor toegang tot een toekomstig koninkrijk na de wederopstanding, en omdat Jezus het koninkrijk duidelijk gelijkstelde aan het paradijs, net als de Septuagint versie in zijn tijd, is het veel redelijker om te geloven dat Jezus het verzoek van de man beantwoordde door te beloven dat hij inderdaad met Christus in het toekomstige koninkrijk (d.w.z. het “paradijs”) zou zijn. De historische context van Lucas 23:42-43 bewijst dit.

Soms wordt 2 Korintiërs 12:1-4 gebruikt als bewijs om aan te tonen dat het paradijs zich in de hemel bevond (waarschijnlijk pas na de opstanding en hemelvaart van Christus). In deze passage zegt de apostel Paulus dat hij ongeveer 14 jaar eerder een man kende die “visioenen en openbaringen” had gehad (zie vers 1) en “was opgenomen” (letterlijk WEG GENOMEN) in het paradijs. Dit wordt vaak gebruikt om aan te tonen dat het paradijs een letterlijke plaats is die vandaag de dag bestaat, en dat het zich nu in de hemel bevindt.

De tekst vertelt ons echter alleen dat een kennis van Paulus (of Paulus zelf) een visioen had van het toekomstige paradijs. De man werd dus alleen in de geest(gedachte, denken) meegenomen naar het paradijs, net als Johannes in Openbaring 1:10. Hij zag het paradijs, het koninkrijk van God, in zijn herstelde staat, die de uitverkorenen bij de opstanding zullen beërven. Dit is de enige interpretatie die overeenkomt met de definitie van het paradijs die gangbaar was in de tijd van het Nieuwe Testament.

Terugkerend naar Lucas 23:43 komen we nu bij het feitelijke grammaticale bewijs. Als we de oorspronkelijke tekst letterlijk vertalen, alle door mensen gemaakte interpunctie weglatend, dan lezen we dit:

“Tot jullie zeg ik: vandaag zullen jullie met mij in het paradijs zijn.”
(LEGO SEMERON MET EMOU ESE EN TO PARABEISO.)

Het is heel belangrijk dat Lucas het Griekse woord HOTI (“dat”) niet tussen “zeggen” en “vandaag” heeft gezet. Wanneer het Grieks HOTI gebruikt na het werkwoord “zeggen”, betekent dit (in feite) dat we aanhalingstekens kunnen plaatsen rond de volgende zin die wordt gezegd. Als Lucas dat woord na LEGO had gebruikt (“tegen jullie zeg ik”) zou er geen twijfel over bestaan dat hij Jezus’ woorden citeerde: “Vandaag zullen jullie met mij in het paradijs zijn.” Maar Lucas gebruikte HOTI niet. Er zijn andere passages waarin Lucas HOTI wel gebruikte:

1. Lucas 5:26. “En zij waren allen verbaasd, en zij verheerlijkten God, en werden vervuld van vrees, zeggende (dat – HOTI) ‘Wij hebben heden vreemde dingen gezien’.”

2. Lucas 19: 9. “En Jezus zeide tot hem (dat – HOTI) ‘Heden is het heil tot dit huis gekomen, daar ook hij een zoon van Abraham is.'”

Misschien wel het belangrijkste voorbeeld staat in Marcus 64:30. Dit voorbeeld is belangrijk, omdat het dezelfde zinsbouw gebruikt als die in Lucas 23: 43, behalve dat hier het woord HOTI wordt gebruikt.

3. Marcus 14:30. “En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u (dat – HOTI) heden, nog in deze nacht, eer de haan tweemaal kraait, zult gij Mij driemaal verloochenen.”

Als Lucas dus duidelijk had willen maken dat Jezus zei: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn”, dan had hij het Griekse woord HOTI voor het woord “heden” moeten gebruiken.

Als Engelssprekende mensen zouden wij zelden of nooit zeggen: “I say to you TODAY.” In onze Engelse oren zou het woord “today” overbodig zijn. Omdat dit simpele feit de lezer kan bevooroordelen ten opzichte van het gepresenteerde bewijs, moeten we hem eraan herinneren dat dit een heel gebruikelijk idioom was in de talen van de Bijbel. Alle drie verzen die hierboven geciteerd werden in verband met HOTI gebruikten het woord “vandaag” (Grieks SEMERON). Dit idioom werd in de oudheid gebruikt om nadruk te leggen op de ernst van de gebeurtenis die op die dag plaatsvond.

De dag dat Jezus stierf aan het kruis was een dag die zijn weerga niet kende. Jezus wist dat en daarom zei Hij: “Ik zeg jullie VANDAAG van alle dagen, al lijkt alles verloren, al zullen we spoedig sterven, met mij zullen jullie in het paradijs zijn.”

Het laatste grammaticale punt dat we moeten maken is het simpele feit dat in het oorspronkelijke Grieks het woord “vandaag” naast het werkwoord LEGO (“zeggen”) staat. Echter, de zinsnede “met mij” (MET EMOU) scheidt “vandaag” van “jullie zullen zijn” (ESE). Omdat het woord “vandaag” een bijwoord is en een werkwoord modificeert, moeten we erkennen dat “vandaag” duidelijk “zeggen” modificeert, in plaats van “zullen zijn”.

Met andere woorden, we moeten het opvatten als VANDAAG ZEGGEN, in plaats van VANDAAG MET MIJ ZULLEN ZIJN. Het alternatief maakt de interpretatie van de passage alleen maar moeilijker.

Daarom zien we dat prominente en gerespecteerde vertalers dit feit erkennen. In Rotherham’s The Emphasized Bible staat: “Voorwaar, Ik zeg u heden: Met mij zult gij in het paradijs zijn.”

In het Concordant Literal New Testament staat: “Voorwaar, tot u zeg ik heden: met mij zult gij in het paradijs zijn.'”

Bullinger’s The Companion Bible zegt in zijn notatie bij Lucas 23: 43: “VANDAAG. Verbind dit met ‘Ik zeg,’ om de plechtigheid van de gelegenheid te benadrukken; niet met ‘zult gij zijn.'”

We concluderen dus dat Lucas 23: 43 niet gebruikt kan worden om de “compartiment” theorie van het paradijs in de hel of de onsterfelijkheid van de ziel te bewijzen. We kunnen passages als 1 Timoteüs 6:16 met vertrouwen lezen, wanneer Paulus ons vertelt dat alleen Christus onsterfelijkheid heeft. We hoeven ons niet af te vragen of dit in tegenspraak is met Lucas 23:43. We kunnen onze nadruk niet leggen op het naar de hemel gaan als we sterven, maar op de opstanding van de doden, die onze grote hoop op redding is (Romeinen 8:23-25).

Abonneer dan nu op onze nieuwsbrief

en ontvang deze in jouw mailbox!

Abonneer nu!

Meer informatie

>