God zegt dat al onze slechtheid voortkomt uit Gilgal. Hosea 9:15. Slechts weinigen pikken dit vers op. Met goede reden, het zou te verontrustend zijn. Wat gebeurde er in Gilgal? Wel, Saul werd in Gilgal tot koning gekroond, waarmee de monarchale lijn begon waar alle mensen van Israël zich in verheugden, 1 Samuël 1:15. Maar dit was geen goede zaak. Want het volk wilde een mensheid zoals de heidenen. God zei niet: “O, wat vreemd”. In 1 Samuël 8:7 zien we wat God vond van dit democratische, door burgers geïnitieerde referendum. Hij sprak tot Samuel: “Hoort naar de stem van het volk… want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen…” Het kiezen van een andere koning dan God is een afwijzing van God, het is dus een afwijzing van Jezus. Dit is omdat Jezus alleen kon doen wat Zijn Vader deed, aangezien Hij het hoofd moest worden van het lichaam van overwinnende Israëlieten en de bruid (Israëlieten) onder een nieuwe gelofte (Meer daarover later). Veel christenen (en ook monarchisten) zeggen, wel, zeker Jezus is Koning maar Hij regeert nog niet. Zij zien Hem niet regeren omdat zij andere koningen kiezen. Het is niet dat Jezus niet regeert, het is eerder dat Zijn ondergeschikten onhandelbaar zijn. God gaf geen koninklijk geslacht om het volk te zegenen. Hij gaf de monarchale lijn als een vloek. Ons is verteld niet te leren van de heidenen. Onze voorvaderen keken (leerden) naar de heidenen en zeiden: “Wij willen wat zij hebben.” Een monarchie van mensenkoningen afslachten is in feite een heidense praktijk. Waarom? Omdat we de heidenen hebben gekopieerd. En, een vrouw laten regeren is zeer zeker een vloek! (Jesaja 3:12)
Het kiezen van een mannelijke koning is ook de slechtste praktijk van allemaal, het breekt het 1e gebod om geen andere goden te hebben (Elohyim, machtige mannen, koningen) dan de Here God. ‘Daarom zegt Hosea, en de zaak is dodelijk ernstig (waardoor God ons haat, ja, haat). Hosea 9:15 “AL hun goddeloosheid IS IN Gilgal, want daar heb Ik hen (ons. volk) gehaat, om de goddeloosheid van hun doen (het kiezen van een mensenkoning) zal Ik hen uit Mijn huis verdrijven, Ik zal hen niet MEER LIEFHEBBEN: AL hun prinsen zijn opstandelingen.” Dus, hoe goed je ook denkt dat onze koningen zijn, God noemt ze opstandelingen.
Misschien zeg je, “Aha, prinsen, geen koningen.” Maar wacht, het woord prins betekent hier koningen. Het komt van Strongs 8269, `,Sar’, gouverneur, heer, heerser. Het is het achtervoegsel saine dat gebruikt wordt in Caesar en Kaiser, en is hetzelfde als Zar of Tsaar. Dit is ook een deel van een profetie over Efraïm (Engelssprekenden) in de laatste dag, en alleen zij hebben nog een monarchie die het waard is om over te spreken. Hoewel andere Europese Israëlitische landen monarchieën hebben, zijn de koningen technisch onttroond, alleen in titel behouden. Nederland bijvoorbeeld is een monarchiaal-republiek.
Gods toorn op Gilgal om ons te HATEN wordt samengevat in 1 Samuël 8:11. “Zo zal de koning zijn, die over u regeren zal; hij zal uw zonen nemen en hen voor zich aanstellen, voor zijn wagens en om zijn ruiters te zijn, en sommigen zullen voor zijn wagens lopen. En hij zal hem aanvoerders over duizenden en aanvoerders over vijftigen aanstellen en hij zal hen stellen om zijn grond te ploegen (het centrale regeringssysteem) en om zijn oogst te oogsten en om zijn werktuigen voor de oorlog te maken…En hij zal uw dochters nemen om banketbakkers te zijn en om koks om bakkers te zijn (vrouwen gaan in de werkverschaffing). En hij zal uw akkers en uw wijngaarden en uw olijfgaarden nemen, zelfs de beste daarvan, en ze (diefstal) aan zijn dienaren geven…” (zoals de afschermingswetten die door koningin Elizabeth 1 werden opgelegd, resulterend in massale armoede, blanke slavernij (het systeem van veroordeelden). Zelfs vandaag de dag leven de royalty’s van de vruchten van deze landroof. Prins Charles is de grootste landheer van Groot-Brittannië. Eigendommen die hij verhuurt worden gevuld door vele Saksen wiens voorouders van hun land werden verstoten om generaties van huurders te worden)…. “En hij zal de tiende (dat betekent tiende of belasting) van uw zaad en van uw wijngaarden nemen en aan zijn officieren geven (recente salarisverhogingen voor politici), en aan zijn dienaren (graven, hertogen, de Kanaänieten en aanverwante ponsen)…En hij zal uw beste jonge mannen nemen (de beste van onze jonge mannen werden altijd de strijd ingestuurd om afgeslacht te worden, en nu ook vrouwen!) en uw ezels (denk aan vermogen, nee, geen baby-ezels maar onze bedrijven voeden zijn systeem) en ze aan zijn werk zetten.”
Monarchisten zeggen dat de monarchie ons beschermt, God zegt hier in 1 Samuël het tegenovergestelde. Het wegnemen van de vrouw uit de huishoudens bijvoorbeeld vernietigt het gezin niet alleen door haar weg te nemen, maar ook omdat zij dan gelooft dat haar man niet langer het hoofd van het huishouden is, wat dan waar wordt! Dat wil zeggen, zij regeert – zij draagt de broek. Degene die de vrouw betaalt, wordt haar hoofd, in dit geval de koning (zijn/haar overheid – werkgever met gelijke kansen!) en zijn trawanten, de marskramers. Daarom treedt de volgende vloek van God in werking: “Kinderen zijn hun (de mannen) onderdrukkers en VROUWEN HEERSEN OVER DIE.” Jesaja 3:12.
De vloek in Samuël verwijst ook naar het nemen van de mannen, dit betekent dat de mannen tot roerend goed worden, in vredestijd zijn zij belasting-units, in oorlogstijd zijn zij veevoer, zij zijn niet langer vrije mannen, niet langer heren van hun eigen landgoed, niet langer koningen en priesters onder Jezus Christus. Sterker nog, hun landgoederen zijn de koningen (of de `Sars’) geworden, want we zien uit het bovenstaande dat onze landerijen belastbaar bezit zijn geworden; ze zijn ‘fee simple’. Gemeenteraden, staats- en federale overheden zijn door de koning gemachtigd om vergoedingen te heffen, zoals het basistarief van de gemeenteraad (grondbelasting in de VS). Heffingen kunnen alleen worden toegepast op zaken die geen volledig eigendom zijn, zoals huur of gehuurde goederen. Dit systeem van heersen wordt de goddeloosheid van Gilgal genoemd.
Gilgal is de plaats waar de monarchie van mensenkoningen begon. Micha 3:9 “Hoort dit, bid ik u, gij hoofden van het huis Jakobs, en vorsten van het huis Israëls, die het oordeel haten en de billijkheid verdraaien. Zij bouwen Sion met bloed en Jeruzalem met wetteloosheid. De hoofden daarvan oordelen om te belonen en de priesters daarvan onderwijzen om te huren…” Hier zien we Israëlitische koningen, priesters en financiers die imperiums bouwen op het bloed van Israëlieten, niet voor God, maar voor hun eigen doeleinden.
Desondanks blijven veel Israëlitische Saksen vastgeroest in de Brits-Israëlitische en Armstrong cultus doctrine, [evenals de meeste mainline denominaties] (die uiteindelijk van de koningen zelf kwam, dat de koningen een goddelijk recht hebben om te heersen). Echter, in 1 Samuël zien we dat hun heerschappij een goddelijke vloek is!
Vaak wijzen monarchisten met een mensenkoning erop dat Koning David God behaagde. Daarom zullen zij zeggen dat een man voor altijd op Davids troon zal zitten. Het klinkt allemaal gezellig, maar als we het vergelijken met 1 Samuël, is het verhaal het tegenovergestelde. Is God onstabiel in Zijn houding? Nee, helemaal niet. Waar het om gaat is dat God ons een monarchie gaf om ons een lesje te leren. God gebruikte David, David wist het ook, en dankte God. In tegenstelling tot de meeste Israëlieten, had David een hart voor God en om die reden beloofde God hem een groot geslacht. Maar dat grote geslacht was niet alleen om David te behagen, het plan was al op zijn plaats. David bewees zichzelf waardig te zijn om in dat plan te worden opgenomen. Zijn nakomelingen echter niet. Maar dat zou Gods plan niet doorkruisen, integendeel, God zorgt ervoor dat alle kwaad ten goede keert. Ten eerste, God gebruikte zowel Saul als David als types. Saul vertegenwoordigde het kerkelijke tijdperk, David het tijdperk van de overwinnaar. Hij gebruikte hen als levende allegorieën van de geschiedenis. Dit stelde God in staat om het toegeven aan de wil van een opstandig volk te rechtvaardigen. Niet omdat God gerechtvaardigd moet worden, maar omdat God het Woord is, Fie is de Wet, daarom doet Hij alle dingen volgens de Wet. De kwestie man-koning moest worden rechtgezet omdat het een vloek was. Daarom zond God Jezus om die vloek ongedaan te maken en in een zegen om te zetten door ons de beste monarchie te geven, namelijk dat God Jezus op de troon zou hebben om de vloek weg te wentelen. Het lijkt bijna een compromis om iets groots te bereiken. Jezus was/is uit de lijn van David, die een mensen-koning was, maar Fie was van God. Fie is Goddelijk (Goddelijk) en toch was Fie een man. Klinkt goed.
Ook dient opgemerkt te worden dat er een verschil is tussen “troon des Heren,” en “troon van David hun vader? Alleen over David, Salomo en Jezus wordt gesproken als “zittend op de troon van de Heer.” (Ben Williams tape #W- 005, van CIM)
Toch zeggen de monarchisten van de mensenkoning: “Nee, Jezus zit niet op de troon van David”, waarmee zij Zijn eerste werk ontkennen en zo herhaalt de natie de zonde van Gilgal. Zo doen ook allen die democratie nastreven. Zo ook de republikeinen (Australische versie). Allen zeggen, “Wij willen een man-koning” of zoiets. De een zal zeggen een man-koning door afstamming, de ander zal zeggen een man-koning door verkiezing (d.w.z. premier of president). Niemand zal zeggen, “Geen Koning dan Koning Jezus.”
Allen zeggen, wel, als Jezus koning is, laten we dan wachten op de wederkomst voordat we Hem gehoorzamen, Hij regeert immers nog niet, kijk maar naar de wereld, Jezus moet het nog in orde maken. Ze zijn de paarden uit Openbaring 6 vergeten en de gelijkenissen van het kaf en het koren, waaruit blijkt dat Hij toen al de troon van David op zich nam na de kruisiging. Het is niet zo dat Hij niet regeert, het is alleen zo dat maar weinigen door Hem geregeerd willen worden, daarom ziet niemand Zijn koninkrijk. Ze hebben allemaal hun eigen idee van hoe het zou moeten zijn, en denken nooit eens na over hoe Jezus wil dat het is. De dingen waar ons volk over klaagt zijn in feite over ons gebracht door een heersende Jezus. Dat zal velen schokken als ze dit lezen, maar daar zullen we het later over hebben.
In 1 Kronieken lezen we de belofte van een eeuwigdurende dynastie van mensenkoningen. Er is echter een ’13 UT-clausule’. De bijzin wordt nooit gelezen door hen die zeggen: “Zie, een mensenkoning zal voor altijd op Davids troon zitten”. 1 Kronieken 28:7 “Bovendien zal Ik zijn koninkrijk oprichten. voor eeuwig ALS’ hij mijn geboden en mijn oordelen blijft doen als op deze dag.” Maar de koningen die na Salomo kwamen (waaronder Salomo) brachten de ‘maar-clausule’ in werking. De “maar-clausule” stond geen herstel toe van de mensen-koningen om een eeuwigdurende dynastie met goddelijk gezag op Davids troon te hebben. Zodra de “maar-clausule” in werking was getreden, was het recht op goddelijke heerschappij verdwenen. Alleen Jezus was het recht op goddelijke heerschappij waardig. Alleen Jezus zou over geheel Israël regeren.
De Engelse troon regeert niet over geheel Israël. Hij regeert niet over de U.S.A., Nederland, Duitsland, Polen, Estland, Letland, Oostenrijk, Frankrijk of Ierland, hoewel deze landen wel een of andere vorm van mensenkoningen hebben. De belofte was dat een man (geen vrouw) zou komen uit de lijn van David om over geheel Israël te regeren, en dat dit in werking zou treden wanneer het systeem van de offers op wettige wijze was geëindigd. Het eindigde met de kruisiging.
Wanneer men erop wijst dat er een zwakke plek zit in de theorie van het goddelijke recht om te heersen over mensen-koningen, wordt men er meteen van beschuldigd de afstamming van de koningin van David te ontkennen. Dat zij misschien van David is, is hier niet aan de orde. In feite zijn alle Israëlieten verwant aan koning David via hun voorvader Jakob. Laat de Bijbel schetsen wie de eeuwige vorst op Davids troon is. Jesaja 11:1-4 “En uit de stengel van Jesse (David) zal een tak voortkomen, en uit zijn wortelen zal een tak opgroeien, en de geest (ijver, Geest, brandstof, geestkracht, gas, zalfolie) des Heren zal op hem rusten…” “En in barmhartigheid zal Zijn troon gevestigd worden; en Hij (niet zij) zal (niet misschien) daarop zitten in waarheid” (gehoorzaam aan Gods wet; geen enkele koning na Salomo heeft ooit volledig gehoorzaamd) “in de tabernakel van David…” Jesaja 16:5. “Zie, de dagen komen, spreekt de Here, dat Ik het goede zal doen, dat Ik beloofd heb aan het huis Israëls en aan het huis van Juda.” (d.w.z. geheel Israël, niet alleen Brittannië en het Gemenebest. Welke belofte? Een rechtvaardige koning op Davids troon), “In deze dagen en te dien tijde” (wanneer? wanneer de Levitische offers eindigen, lees verder) “zal Ik de tak der gerechtigheid doen groeien tot David….In deze dagen zal Juda gered worden” (alleen Jezus wordt de Redder genoemd omdat Hij onze zonden bedekt. Juda werd gered, omdat Christus uit Juda kwam, niet te verwarren met Joden.)… “David zal nooit een man (geen vrouw) willen hebben om op de troon van het huis Israëls te zitten.” (“Noch zullen de priesters, de Levieten, een man voor mijn aangezicht willen hebben om brandoffers te offeren en spijsoffers te ontsteken en om voortdurend offers te brengen.” Jeremia 33:14-18. Dus toen Jezus het goddelijke recht van het Levitische geslacht wegnam om wettige bedekkingen (verzoening) te maken voor onze zonden, nam Hij ook het goddelijke recht van de mensen-koningen weg om over ons te heersen.
Denk hier eens over na. Als een koninklijke familie 10 zonen heeft, kan er maar één de koning zijn, die ‘één’ is degene die de rechtmatige erfgenaam van de troon is. Het sleutelwoord hier is ‘rechtmatig’, dus hou dat in gedachten. Toen Jezus werd geboren wist iedereen dat er een koning was geboren. Waarom denk je dat Herodes Hem probeerde te doden? Waar gaat de gelijkenis van de boze mannen over? Daarin wordt Jezus de erfgenaam genoemd, van wat? De troon van David. Ten tijde van Jezus’ geboorte waren er verre neven, nichten en dergelijke vanwaar de Europese/Engelse koningen en koninginnen kwamen. Wie van hen die toen leefden zou recht hebben op de troon van David? Is iemand serieus van plan te suggereren dat één van Jezus’ verre verwanten meer waard is dan Jezus? Allen zijn van de lijn van David, maar slechts één zou de troon kunnen hebben. Het is niet zo’n moeilijk dilemma. De Bijbel zegt dat Jezus de erfgenaam is.
Aangezien Hij is opgewekt, betekent dat Hij eeuwig leeft, daarom kan Hij eeuwig op de troon zitten…als een mens. Wanneer nam Hij de troon in? Zoals eerder gezegd, toen de Levieten niet langer rechtmatig offers brachten om onze zonden te bedekken. Jezus nam die taak over; Hij nam ook de rol van kroondrager over. Hij is zowel Koning als Priester, het kenmerk van het zijn van de orde van Melchizedek (Hebreeën 5:6,10, 6:20, 7:1,10,11,15,17,21.) Melchizedek wordt voor het eerst genoemd in Genesis 14:18. Melchizedek was een orde van koningen en priesters die zijn naam ontleende aan de koning die Melchizedek heette. Tot aan de Egyptische slavernij leefden Abrahams verwanten onder een Melchizedeks heersersorde, gewoonlijk noemen we dit de patriarchale tijd, waarin in principe ieder mens een koning en priester onder God was, d.w.z. een natie van koninklijke (konings)priesters.
Melchizedek was de koning van Salem. Salem, hoewel een stad, betekent Frith, of Vrede (Shalom – S’al(e)m). Melchizedek is samengesteld uit twee woorden, Malek en tsedeg. Malek betekent, de troon bestijgen, regeren, koninklijk worden, koning worden. Tsedeg betekent; recht maken, of het rechtmatige of wettige recht. Jezus wordt de Prins (of Koning) van de Vrede genoemd, Frith, Salem. Die titel is een andere manier om te zeggen Melchizedek van Salem. Jezus is, volgens Hebreeën, van de orde van Melchizedek, die koning van Salem was. Dat vertaalt zich naar ‘De wettige koninklijke koning die regeert in Frith’ (Vrede). Waarom in Frith of Vrede. Heeft Jezus ons niet altijd gezegd dat we in vrede moeten zijn, in Frith; in Salem? Hoe kun je in Salem zijn? Gemakkelijk, in overeenstemming met Hem zijn. Degenen die niet in overeenstemming met Hem zijn, zijn in onmin. In onmin verkeren is een staat van onrust. Nu, onthoud de betekenis van rechtmatige erfgenaam. Jezus rolde daarmee de goddeloosheid van Gilgal weg (in alle ernst).
Hij werd gekruisigd op Golgotha, Golgo-tha heeft dezelfde stambetekenis als Gilgal. Hoewel de plaatsen verschillend zijn, omsluiten zij een eigenaardige vorm van goddeloosheid, zoals haakjes een deel van een zin omsluiten. De ene plaats is het begin van een zaak, de andere het einde ervan.
De nakomelingen van de Levieten zijn nog onder ons, evenals die van David, maar Jezus heeft hun taak overgenomen. “Want ons is een kind geboren, ons (wie? Israëlieten, niemand anders) is een zoon gegeven, en de regering zal op zijn schouder zijn (niet die van de koningin)… aan de vermeerdering van zijn regering… zal geen einde zijn, op de troon van David…” Jesaja 9:6-7. Dat is de eeuwige dynastie, een Melchizedek dynastie, door IK Jezus op de troon van David. “…En in de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth…en de boodschapper zei…en zie, gij zult zwanger worden in uw schoot en een zoon baren, en gij zult zijn naam Jezus noemen. Hij zal groot zijn en de Zoon des Allerhoogsten genoemd worden en de Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven.” (de troon werd afgenomen en aan Jezus gegeven omdat Hij de wettige troonopvolger, gezalfde was/is) Lucas 1:26-33. “(Na Samuël) verlangden zij naar een koning; en God gaf hun Saul, de zoon van Kish…en toen Hij hem had weggenomen, wekte Hij hun David op om hun koning te zijn…uit het zaad van deze man heeft (d.w.z. reeds gedaan) God, overeenkomstig Zijn belofte, Israël een Redder verwekt, Jezus” Handelingen 13:20-24. We lezen hier dat Jezus het einde is van de “mensen-koningen”, voor zover het hun recht betreft om vanaf Davids troon te regeren, omdat Jezus die troon heeft OPGENOMEN. We lezen dat deze Koning een Redder is. Geen enkele mensen-koning kan ons redden van de overtreding van de Wet, want als koningen overtreden velen, zelfs het eerste gebod om geen andere goden (sars) voor God te hebben. We zien ook dat Jezus een Melchizedek is, een terecht getroonde Koning.
Het aannemen van Jezus krijgt veel meer betekenis als je begrijpt dat hij de goddeloosheid van Gilgal heeft ‘weggerold’. Maar de daad van “redden” komt alleen toe aan hen die in Hem geloven, een deel van het bewijs in het geloven in Hem is te geloven of te aanvaarden dat Hij Koning is, op dit moment. Alle andere mensen die zichzelf koningen noemen, dragen de vloek van Gilgal voort. Wie moest Jezus aanvaarden?”Mannen, broeders, kinderen VAN DE STAD VAN ABRAHAM, en wie onder u (wie? u… ‘Mannen van Israël’ want Paulus richtte zich tot hen in Handelingen 13: 16)… God vreest, tot u (mannen van Israël) is het woord van deze verlossing gezonden.”
Mannenkoning-monarchisten zeggen dat God aan de kant van de Koninklijken staat omdat de goddeloze Joden achter de complotten zitten om koninklijke families te vermoorden; de logica is: Joden zijn slecht, dus degenen die de Joden aanvallen moeten wel goed volk zijn. Om de verwarring nog groter te maken, zeggen Joods-Christenen dat Superspook, de heer S.A. Tan het neerwerpen van mensen, naties en koningen doet. Misschien moeten ze eens horen wat God hierover zegt. Jesaja 63:1-6 “Wie is deze, die uit Edom (de Joden) komt…deze, die roemrijk is in zijn kleding, reizend in de grootheid van zijn kracht? (Edom denkt dat hij met zijn eigen kracht over ons heen kan stampen)… Waarom zijt gij rood in uw klederen, en uw klederen als hem, die in het wijnvat trapt?
De monarchisten van de koningen zeggen dat God aan de kant van de koningen staat omdat de goddeloze Joden achter de complotten zitten om koningshuizen te vermoorden; de logica is: Joden zijn slecht, dus degenen die de Joden aanvallen moeten wel goed volk zijn. Om de verwarring nog groter te maken, zeggen Joods-Christenen dat Superspook, de heer S.A. Tan het neerwerpen van mensen, naties en koningen doet. Misschien moeten ze eens horen wat God hierover zegt. Jesaja 63:1-6 “Wie is deze, die uit Edom (de Joden) komt…deze, die roemrijk is in zijn kleding, reizend in de grootheid van zijn kracht? (le Edom denkt dat hij met zijn eigen kracht over ons heen kan stampen)… Waarom zijt gij rood in uw klederen, en uw klederen als hem, die in het wijnvat trapt?
(symbolisch voor opstandige Israëlieten of geplette druiven die betekenen dat Esau weet dat hij over ons heen stampt). Ik heb de wijnpers ALLEEN vertreden… want Ik vertrap in mijn woede…” God zegt dat Hij het doet! “Te weten. ..en (aan) de koningen daarvan, en de vorsten (sars) daarvan, om te maken tot een verwoesting, een verbijstering…” Jeremia 25:18. En dus doodt God de koningen, de sars. Ja, God, Hij wil de huichelaars uit de weg hebben. Het probleem is dat de opstandige Israëlieten mensenkoningen blijven tronen, hetzij door afstamming, hetzij door te stemmen. Oh, wat een stijfkoppig volk zijn wij.
Koning Jezus voegde hier nog aan toe, door hetzelfde te zeggen als Zijn Vader deed in Jeremia 25:18; in feite parafraseert het volgende het door te laten zien dat God mensen gebruikt om diegenen onder hun voeten te vertrappen die nergens goed voor zijn, geen hoopers, diegenen die rebelleren tegen God, diegenen die hun zoutheid verloren hebben, diegenen die beweren een hart voor God te hebben, maar hun daden logenstraffen hun woorden. Zij lopen het meeste gevaar om onder de voet gelopen te worden, of om uitgespuwd te worden, want zij zijn noch heet (volmondig), noch koud (zij kennen Hem niet). Openbaring 3:15-16.
Ons wordt door velen verteld dat de koningin van Engeland zweert zich te houden aan de Wet op de Kroningseed, dat zij bij haar kroning heeft gezworen te doen. Zij verbond zich ertoe wettig, rechtvaardig en barmhartig te regeren, Gods Wet te handhaven en de Bijbel te behandelen als de regel voor het gehele leven en regeren. Zoals wij tot dusverre hebben gelezen, (voor meer zie “nog toe te voegen”) heeft zij vanaf het begin bitter gefaald en heeft haar zout zijn kracht verloren. Veel van de koninklijken zijn Israëlieten zoals wij. Wij zijn allen in aanleg het zout der aarde. “…maar als het zout zijn smaak (kracht) verloren heeft, waar zal het dan mee gezouten worden? Dan is het voor niets meer goed, dan om verstoten te worden en door de mensen vertreden te worden.” Mattheüs 5:13. Opnieuw zien we dat God mensen gebruikt om het vertrappen te doen, het is niet een of ander door de Kerk geschapen spook dat Satan wordt genoemd door middel van slechte vertalingen.
De koningin staat aan het hoofd van de Anglicaanse Kerk die vandaag de dag deel uitmaakt van het Laodicische kerktijdperk. Laodicia betekent een volk dat zichzelf rechtvaardigt of dat vanzelfsprekend is. Dat wil zeggen dat zij door hun ‘koningen’ gerechtvaardigd, beschermd… Het is vanzelfsprekend, beweren zij. Het is de moeite waard dit gedeelte van de Bijbel aandachtig te lezen. Openbaring 3:15 “Ik weet”, zegt Jezus, “uw werken, dat gij koud noch heet zijt; Ik zou willen, dat gij koud of heet waart.” Hij zou willen dat zij het ene of het andere waren, “Zo dan, omdat gij lauw zijt” (nauwelijks warm, d.w.z. aan God belooft zoals in een kroningseed, kerkelijke geloften, huwelijkse geloften, maar deze nooit nakomt) “zal ik u uit mijn mond spuwen.” Dat gevoel van zelfrechtvaardiging komt zo duidelijk naar voren in de manier waarop de Saksische naties zijn. Wij hebben God aan onze kant, wij zijn een christelijke natie, d.w.z. “de tempel van de Heer is in ons midden”. Met die arrogantie voerden aan het eind van de 19e eeuw christelijke naties, die allemaal beweerden God aan hun kant te hebben, of de tempel van de Heer om op te vertrouwen, oorlog tegen elkaar. Toch waren ze allemaal volledig wetteloos. Ze waren allemaal volledig Gilgalliaans. Maar God verbergt Zijn gedachten niet, Hij maakte het heel duidelijk waarom wij zo leden, wij namen alleen nooit de moeite om zwart op wit te lezen wat God ons vertelde. In Jeremia 7:4-16 “Vertrouwt gij niet op leugenachtige woorden, zeggende: de tempel des Heren, de tempel des Heren, de tempel des Heren zijn deze,” (d.w.z. wij zijn een christelijke natie, God geeft ons de macht om te winnen.) “Wilt gij stelen, moorden en overspel plegen (zoals zo duidelijk was in de Anglo-Boerenoorlog, overspel is rassenvermenging)…en andere goden achterna lopen…” (parlement, machtige mannen, mensenkoningen)… “En kom voor mijn aangezicht staan in dit huis (volk) dat bij mijn naam genoemd wordt…” 10: (in de tijd van het Nieuwe Testament betekent dat Christen)… “en zeggen: Wij zijn verlost om al deze gruwelen te doen.” Christenen zeggen dat we gered zijn en onder genade staan en de wet niet langer nodig hebben. Zij zijn dus wetteloos en zeggen letterlijk dat zij hun eigen wetten kunnen maken, en plegen dus gruwelen.
“Daarom…zal Ik u uit Mijn ogen verstoten…bidt niet voor dit volk, noch weent noch bidt voor hen…want IK ZAL U VERWIJDEREN? U.” Het klinkt alsof Hij zegt: Ik zal u niet meer liefhebben!
Christus schetst hun rijkdom die zij zien als vanzelfsprekend van Gods zegen. Hij zegt dan in Mattheüs 5:20 “Zie, Ik sta aan de deur en klop; (aan welke deur? aan de harten van hen die in het systeem zitten) indien iemand (van Israël) mijn stem hoort (d.w.z. het woord, de Wetten en de ware Koning Jezus aanneemt) doe de deur open…” Wat dan? Blijven in de kerken? Trouw blijven zweren aan mensen-koningen? Antwoord: “Ik zal tot hem ingaan en zal met hem spijzigen (het proces om Christus’ Lichaam te worden, niet Christus’ bruid) en hij met Mij. Wie overwint, zal Ik toestaan met Mij op de troon te zitten, zoals Ik ook overwonnen heb en met de Vader op Zijn troon gezeten ben.” Dus, als Jezus tot u komt, en u gaat naar Hem, betekent dit dat u geroepen bent (meer daarover als we verder gaan), uit de kerken! ‘Deze geroepenen worden dan gerekend als overwinnaars en zijn gepland om met Christus te zitten! Waar? Op Zijn troon, dat wil zeggen: “Hij heeft ons gemaakt tot Koningen en Priesters voor God en Zijn Vader” Openbaring 1:6. Let wel, dit is pas tientallen jaren na de kruisiging geschreven en Jezus zegt tegen Johannes dat Hij al op de troon zit en de aarde regeert. De rest van Openbaring laat zien hoe Hij regeert.
In vers 19 roept Christus hen op om hun wegen te veranderen. We zien veel van de verzen 19-20 geparafraseerd in Amos 5, we lezen een oproep aan de Israëlieten om hun wegen te veranderen “Want zo zegt de Here tot het huis Israëls (dit is een eindtijd profetie, alleen voor de Israëlieten) Zoekt Mij en gij zult leven.” d.w.z. zoekt iets anders en je zult sterven, God noemt dan het iets anders. “Maar zoek Beth-el niet, en ga Gilgal niet binnen, en ga Beersheba niet binnen…” (Westminster Abbey heeft in de boog gekerfd, “Dit is toch het huis van God”. “Beth-el”. God zegt Hem daar niet te zoeken!) alle drie de termen zijn verbonden met koningshuizen en kerken en financiën, de eeuwenoude drie-eenheid. God gebruikt de termen niet in geografische zin, want Gilgal zal zeker in gevangenschap gaan.” Eerst de Heer zoeken, waar? Overal! Daarom is Gilgal in deze context ook overal waar mensen-koningen heersen, want Gilgal was het beginpunt van een systeem van Elohiym; machtige mannen, heersers. Het systeem van Elohiym van de mens wordt Gilgal genoemd. Er staat dat als je je vertrouwen stelt op Gilgal, mensen-koningen, je in gevangenschap zult gaan. In de moderne geschiedenis is dit zo duidelijk te zien in Rusland. De blanke Russen stelden hun vertrouwen in de Tsaar, en ze gingen in een ijzeren juk gevangenschap.
Sommige mensen denken dat de monarchie van mannenkoningen ons hier vandaag zal redden. God zegt van niet. Tot elke prijs zullen deze goedbedoelende mensen de monarchie verdedigen en zeggen: “Wel, als zij voor Gods wetten zouden opkomen, zouden zij gedood worden. Moeten we dan lijden dat ze wetteloos zijn? De aforestaat zegt iets anders. Sterker nog, Samuel zegt van de mannen-koningen orde dat het rebellie is en schetst hoe God dit ziet. De context heeft te maken met koningen: “Want rebellie (tegen Gods Wet) is als de zonde van hekserij (en wij mogen heksen niet laten leven) en koppigheid (het koningschap dat koppig Gods Wetten negeert) is als de ongerechtigheid en afgoderij. Omdat gij het woord des Heren verworpen hebt, heeft ook u van het koningschap verworpen.” 1 Samuël 15:23. In Micha hoofdstuk 6 lezen wij wat God vraagt, wat heb ik gedaan om dit te verdienen, gij verkiest koningen boven Mij, “mijn volk, wat heb ik u gedaan? Want Ik heb u doen opstaan uit Egypteland (dat geregeerd werd door mensenkoningen) … Herinner u nu wat Balak, koning van Moab, geraadpleegd heeft en wat Salaam (de Israëlitische predikant van de kerk) hem geantwoord heeft van Shittim tot Gilgal … Zal ik hen (Israëlieten) zuiver tellen met de goddeloze weegschalen en met een zak van bedrieglijke gewichten? De rijken zijn vol van geweld (zij bevorderen het tegenwoordig met films en drugs) en de bewoners daarvan hebben leugens gesproken… Daarom… zal Ik u ziek maken door u te slaan en u verlaten te maken vanwege uw zonden (het verwerpen van God)… Want (of omdat) de inzettingen van Omri (een Israëlitische vorst) worden onderhouden (men geeft zich over aan de wetten van de koning) en al de werken van het huis van Achab (een andere koning) en gij wandelt in hun raadgevingen, (mensen-koningen wetten) opdat (daarom) Ik u tot een woestenij zou maken en de bewoners daarvan tot een sisser” (d.w.z. anderen belasteren u; racisten; indringers enzovoort, we zien het elke dag allemaal vanwege mensen die zich overgeven aan mensen-koningen).
Mensen denken dat Jezus de Israëlieten moest verlossen van Adams zonde. Natuurlijk moest Jezus rechtzetten waar Adam faalde, maar zij zien over het hoofd dat God verkoopt. God verkoopt de Israëlieten in gevangenschap. Toen God als uit Egypte haalde, verloste Hij als, ja, verloste toen. “Want ik heb u uit Egypteland opgevoerd en verlost, Micha 6:4, maar in vers 5 wordt Gilgal genoemd.
Dus in Micha 6:16 gaan we verder waar we gebleven waren over het volgen van mensen-koningen wetten… “daarom zult gij de smaad van mijn volk (Israëlieten) dragen.” Jezus moest de smaad wegnemen die begon in Gilgal, maar je moet erkennen dat Jezus de smaad wegnam door Davids troon te bestijgen, wat Hij deed in Tilgal-tha’ (Golgotha).
“Zo heeft de Here met mij gehandeld in de dagen dat Hij naar mij omzag, om mijn smaad onder de mensen weg te nemen.” Het is duidelijk dat andere mensen nog steeds de smaad hadden (Lukas 1:25), maar als Hij naar u omziet, heeft Hij u geroepen om onder Zijn koningschap te staan. Zij die wandelen in de inzettingen van koningen, d.w.z. grondwetten in tegenstelling tot het “Woord”, zullen de vloek van de smaad ondergaan. Micha somt in hoofdstuk zes een aantal vloeken op die identiek zijn aan de vloeken in Deuteronomium 28:15 en verder. Kortom, anderen koningen noemen of stemmen op P.M.’s en presidenten is een afwijzing van Jezus die Gods toorn over zich afroept. Ons volk kijkt naar een mensen-koning (een mensen-god; Elohiym) om hen te redden… “Maak nu een koning om ons te oordelen zoals alle volken…” 1 Samuël 8:5. Nogmaals, dit willen hebben van een mensenkoning was de goddeloosheid van Gilgal, het is het ‘geestelijke’, de denkwijze (zoals een mens denkt) die leidde tot het eigenlijke Misdrijf of wandaad; de kroning van de mensenkoning in Gilgal. Het woord ‘rechter’ in 1 Samuël 8:5 wordt gebruikt als een werkwoord van het zelfstandig naamwoord ‘bevrijder’ d.w.z. ‘redden’. De wens is dus “een koning te maken om ons te redden”. (De verlossers in het boek Rechters werden allen rechters genoemd. Het Saksische woord voor rechter is ‘doom’, het zelfstandig naamwoord is ‘doemdenkers’. Variaties van ‘doom’ zijn verdoemen, veroordelen, en oordelen. Oordelen’ is bijna een daad van rechtvaardigen. We zien hier dat er een Laodiceaans element in het denken zit, namelijk het rechtvaardigen van de houding van de maatschappij).
God zegt over de mensenkoning-monarchie (die in republieken een orde van mensenkoning-presidenten is): “Zij hebben MIJ VERWORPEN, dat Ik over hen zou regeren.” Dus hoe houd je God of Jezus tegen om jullie Koning te zijn? Kies je eigen koningen, P.M’s of presidenten. Maar doe dat op eigen risico, Deuteronomium 28:47, want zovelen, zelfs de conservatieve monarchisten van de mannenkoningen, weten dat we geregeerd worden door oplichters. “Omdat gij de Here, uw God, niet blijmoedig gediend hebt (d.w.z. Hem niet blijmoedig als koning aanvaard hebt)… Daarom zult gij uw vijanden dienen, die de Here tegen u zal zenden, in honger en in dorst en in naaktheid (porno, ja, veel van onze dochters dienen onze vijanden op deze manier, naaktheid is ook het symbool van schaamte.) en in gebrek aan alle dingen (we hebben P.M’s, presidenten en koninginnen, toch hebben we allemaal een tekort aan geld, en nog meer na de CST) en Hij zal een ijzeren juk op uw nek leggen totdat Hij u vernietigd heeft…” God doet dit omdat wij mensen-koningen kiezen. “Uw rijkdom en uw schatten zal Ik zonder prijs aan de buit geven en dat voor al uw zonden… “Jeremia 15:13. Merk op dat het God is, en niet Superspook (Satan), die dit doet. Inderdaad, Satan moet zich wezenloos vervelen, want God geeft weinig tot niets te doen! “Maar Gij (God) zijt rechtvaardig in alles wat over ons gebracht is (en geeft eindelijk toe dat wij de jukken verdienen)… wij hebben goddeloos gehandeld.
Noch hebben onze koningen, noch onze prinsen, noch onze priesters, noch onze vaderen Uw wet gehouden (wetteloos van de top tot de bodem van de stapel, van de monarchie en gekozen monarchen-ie P.Ms. presidenten) tot de man in de straat). Want zij (de genoemden) hebben U niet gediend in hun koninkrijk noch hebben zij zich afgewend van hun boze werken (door wetten te maken). Zie, wij zijn dienaren (niet vrijen als koningen en priesters onder God)…en voor het land, dat Gij onze vaderen hebt gegeven, om te eten van zijn vrucht en van zijn goed, zie, wij zijn dienaren daarin; en het heeft veel vermeerdering gegeven aan mij, koningen, die Gij over ons hebt gesteld, vanwege onze zonden…”. Nehemia 9:33-37. De koningen, d.w.z. man-koning vorsten (afstamming en gekozen) krijgen heerschappij over ons, niet om ons te beschermen, maar om ons te straffen voor onze weigering om Gods Wetten te gehoorzamen, waarvan de eerste wet is God als koning te hebben, nu natuurlijk Zijn Zoon (politiemotieven die zeggen “te beschermen en te dienen” betekenen de man-koning en zijn agenten te beschermen en te dienen; maar voor het volk als geheel worden zij “Wetshandhavers” om ons te straffen).
Onlangs was er weer een “petitie” in omloop in een campagne om DE GST (belasting) TE VERKRIJGEN. Zoek dat maar eens op in het woordenboek – “petitie” is een ander woord voor “gebed” En tot wie was deze petitie – dit gebed gericht? Je raadt het al! “Aan Hare Hoogst Genadige Majesteit – wij nederige verzoekers, bidden en smeken Uwe Majesteit” Zie je wat ik bedoel met bidden en buigen voor een valse god? Stop met stemmen op gekozen mensen-koningen, stop met het handhaven van geslachtsgebonden mensen-koningen. Overwinnende Christenen worden “de uitverkorenen” genoemd. Hoe kun je verkozen zijn als je weigert verkozen te zijn? Je weigert verkozen te worden als je iemand anders verkiest. Waarvoor is de uitverkiezing? U bent uitverkoren om met Christus te regeren. Als u andere heersers kiest, doet u het werk van Christus teniet omdat u zich onttrekt aan de u gegeven autoriteit om te heersen. Het is duidelijk dat P.Ms.’s en presidenten gekozen zijn. Monarchisten zeggen dat ze hun koningen niet kiezen, maar dat doen ze wel. Verkiezing is een geestelijk iets. In hun hart hebben ze gekozen ( uitgekozen ) om de monarch te dienen. Verder, als Koningin Elizabeth afstamt van Koning David, dan was er een verkiezingsproces, niet anders dan een presidentsverkiezing of een P.M stemming. Het enige verschil is dat het een eenmalige verkiezing was. Het volk koos de vorst, “Luister nu naar hun stem…” 1 Samuel 8:9. God zegt tot het volk: “En gij zult uitroepen… om uw koning, die gij verkozen hebt…” 1 Sarnuel 8:18
In Australië ging het Referendum niet over wat het beste is voor de Israëlieten, het was eenvoudigweg een keuze voor een mannen-koning systeem, één door afstamming of één door moderne stemmen. Beide zeggen, “onze koning, niet Jezus Christus.” Het referendum had moeten zijn, stemt gij vandaag voor president, de lijn van Von Battenberg op Jezus. Welke kant heeft u -gestemd? Terug naar Gilgal? Kiest gij heden wie gij dienen zult.
“De koningen der aarde stellen zich op en de heersers spannen samen tegen de Heer en tegen zijn gezalfde (uitverkorenen, uitverkorenen, uitverkorenen van Israël), zeggende: Laat ons hun banden verbreken en hun koorden van ons werpen. Al wat in de hemelen zit, zal lachen… Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn en hen kwellen in Zijn grimmige ongenoegen. TOCH HEB IK MIJN KERS GEZET OP MIJN HEILIGE HEUVEL VAN SION.” (Sion, opgericht als een teken, d.w.z. uw leven is een teken in Sion als uw Koning Koning Jezus is. Je kunt Zijn troon vandaag erkennen) Psalm 2. Om de een of andere reden zien mensen-koningsmonarchisten het woord “koningen” in de Bijbel altijd alleen voor presidenten of P.M.s. gelden.